keyboard_tab Digital Governance Act 2022/0868 NL
BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf
- 1 Art. 9 Procedure voor verzoeken om hergebruik
- 1 Art. 32 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
HOOFDSTUK I
Algemene bepalingen
HOOFDSTUK II
Hergebruik van bepaalde categorieën beschermde gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen
HOOFDSTUK III
Vereisten voor aanbieders van databemiddelingsdiensten
HOOFDSTUK IV
Data-altruïsme
HOOFDSTUK V
Bevoegde autoriteiten en procedurele bepalingen
HOOFDSTUK VI
Europees Comité voor gegevensinnovatie
HOOFDSTUK VII
Internationale toegang en doorgifte
HOOFDSTUK VIII
Delegatie en comitéprocedure
HOOFDSTUK IX
Slot- en overgangsbepalingen
- artikel 11
- lid 10
- raad 6
- gedelegeerde 6
- europees 6
- parlement 6
- bedoelde 5
- commissie 5
- voor 5
- wordt 5
- maanden 4
- recht 4
- termijn 4
- bevoegde 4
- handeling 4
- heeft 4
- besluit 4
- nationale 4
- stellen 3
- bevoegdheid 3
- over 3
- handelingen 3
- overeenkomstig 3
- door 3
- hergebruik 3
- zijn 3
- procedure 2
- orgaan 2
- verhaal 2
- lidstaat 2
- genoemde 2
- onder 2
- autoriteit 2
- tijd 2
- kennisgeving 2
- betrokken 2
- kracht 2
- verlengd 2
- instantie 2
- de 2
- organen 2
- vast 2
- binnen 2
- indien 2
- vastgesteld 2
- toegekend 2
- twee 2
- verzoek 2
- openbare 2
- lichamen 2
Artikel 9
Procedure voor verzoeken om hergebruik
1. Tenzij overeenkomstig het nationale recht kortere termijnen zijn vastgesteld, nemen de bevoegde openbare lichamen of de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek een besluit over het verzoek om hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën.
Bij uitzonderlijk uitgebreide en complexe verzoeken om hergebruik kan die termijn van twee maanden met ten hoogste dertig dagen worden verlengd. In dergelijke gevallen stellen de bevoegde openbare lichamen of de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen de verzoeker er zo spoedig mogelijk van in kennis dat het voeren van de procedure meer tijd vergt, onder vermelding van de redenen voor de vertraging.
2. Elke natuurlijke of rechtspersoon die rechtstreeks wordt geraakt door een in lid 1 bedoeld besluit, heeft een effectief recht op verhaal in de lidstaat waar het betrokken orgaan is gevestigd. Dat recht op verhaal is vastgelegd in het nationale recht en omvat de mogelijkheid tot herziening door een onpartijdige instantie die over de nodige deskundigheid beschikt, zoals de nationale mededingingsautoriteit, de relevante autoriteit inzake toegang tot documenten, de toezichthoudende autoriteit die is opgericht overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 of een nationale rechterlijke instantie, en waarvan de beslissingen bindend zijn voor het betrokken openbaar lichaam of bevoegd orgaan.
HOOFDSTUK III
Vereisten voor aanbieders van databemiddelingsdiensten
Artikel 32
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in artikel 5, lid 13, en artikel 22, lid 1, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van 23 juni 2022.
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 13, en artikel 22, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
6. Een op grond van artikel 5, lid 13, of artikel 22, lid 1, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie heeft meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.
whereas