search


keyboard_tab Digital Governance Act 2022/0868 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/0868 NL cercato: 'openbare' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index openbare:


whereas openbare:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 1116

 

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Deze verordening bevat:

a)

voorwaarden voor het hergebruik, in de Unie, van bepaalde gegevenscategorieën die in het bezit zijn van openbare lichamen;

b)

een aanmeldings- en toezichtskader voor het aanbieden van databemiddelingsdiensten;

c)

een kader voor de vrijwillige registratie van entiteiten die voor altruïstische doeleinden beschikbaar gestelde gegevens verzamelen en verwerken, en

d)

een kader voor de oprichting van een Europees Comité voor gegevensinnovatie.

2.   Deze verordening houdt voor openbare lichamen geen verplichting in om hergebruik van gegevens toe te staan, en het ontheft openbare lichamen niet van hun vertrouwelijkheidsverplichtingen uit hoofde van het Unierecht of het nationale recht.

Deze verordening doet geen afbreuk aan:

a)

specifieke bepalingen in het Unierecht of het nationale recht betreffende de toegang tot of het hergebruik van bepaalde gegevenscategorieën, met name wat betreft het verlenen van toegang tot en het openbaar maken van officiële documenten, en

b)

verplichtingen van openbare lichamen uit hoofde van het Unierecht of het nationale recht om hergebruik van gegevens toe te staan, noch aan vereisten met betrekking tot de verwerking van niet-persoonsgebonden gegevens.

Indien sectorspecifiek Unierecht of nationaal recht vereist dat openbare lichamen, aanbieders van databemiddelingsdiensten of erkende organisaties voor data-altruïsme moeten voldoen aan specifieke aanvullende technische, administratieve of organisatorische vereisten, onder meer via een vergunnings- of certificeringsregeling, zijn die bepalingen van dat sectorspecifieke Unierecht of nationale recht eveneens van toepassing. Dergelijke specifieke aanvullende vereisten zijn niet-discriminerend, evenredig en objectief gerechtvaardigd.

3.   Het Unierecht en het nationale recht inzake de bescherming van persoonsgegevens zijn van toepassing op alle persoonsgegevens die in verband met deze verordening worden verwerkt. Deze verordening doet met name geen afbreuk aan de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 en aan de Richtlijnen 2002/58/EG en (EU) 2016/680, met inbegrip van wat betreft de bevoegdheden van toezichthoudende autoriteiten. Indien deze verordening en het Unierecht inzake de bescherming van persoonsgegevens of het overeenkomstig dat Unierecht vastgestelde nationale recht tegenstrijdig zijn, prevaleert het relevante Unie- of nationale recht inzake de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening schept geen rechtsgrondslag voor de verwerking van persoonsgegevens en laat de rechten en verplichtingen die zijn vastgelegd in de Verordeningen (EU) 2016/679 of (EU) 2018/1725, of de Richtlijnen 2002/58/EG of (EU) 2016/680 onverlet.

4.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de toepassing van het mededingingsrecht.

5.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de lidstaten met betrekking tot hun activiteiten die verband houden met openbare veiligheid, defensie en nationale veiligheid.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“gegevens”: elke digitale weergave van handelingen, feiten of informatie en elke compilatie van dergelijke handelingen, feiten of informatie, ook in de vorm van geluidsopnames of visuele of audiovisuele opnames;

2)

“hergebruik”: het gebruik van gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen door natuurlijke of rechtspersonen, voor andere commerciële of niet-commerciële doeleinden dan het oorspronkelijk doel binnen de openbare taak waarvoor de gegevens zijn geproduceerd, met uitzondering van de uitwisseling van gegevens tussen openbare lichamen uitsluitend met het oog op de vervulling van hun openbare taken;

3)

“persoonsgegevens”: persoonsgegevens als gedefinieerd in artikel 4, punt 1), van Verordening (EU) 2016/679;

4)

“niet-persoonsgebonden gegevens”: andere gegevens dan persoonsgegevens;

5)

“toestemming”: toestemming als gedefinieerd in artikel 4, punt 11), van Verordening (EU) 2016/679;

6)

“toelating”: gegevensgebruikers het recht geven om niet-persoonsgebonden gegevens te verwerken;

7)

“datasubject”: betrokkene als bedoeld in artikel 4, punt 1), van Verordening (EU) 2016/679;

8)

“gegevenshouder”: een rechtspersoon, met inbegrip van openbare lichamen en internationale organisaties, of een natuurlijk persoon die geen datasubject is met betrekking tot de specifieke gegevens in kwestie, die overeenkomstig het toepasselijke Unierecht of nationale recht, het recht heeft om toegang te verlenen tot bepaalde persoonsgegevens of niet-persoonsgebonden gegevens of die te delen;

9)

“gegevensgebruiker”: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die rechtmatige toegang heeft tot bepaalde persoonsgegevens of niet-persoonsgebonden gegevens en die het recht heeft, onder meer uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679 in het geval van persoonsgegevens, om die gegevens voor commerciële of niet-commerciële doeleinden te gebruiken;

10)

“gegevensdeling”: de verstrekking van gegevens door een datasubject of gegevenshouder aan een gegevensgebruiker, met het oog op het gezamenlijk of individueel gebruik van die gegevens, op basis van vrijwillige overeenkomsten, het Unierecht of het nationale recht, hetzij rechtstreeks, hetzij via een tussenpersoon, bijvoorbeeld open of commerciële licenties, kosteloos of tegen betaling;

11)

“databemiddelingsdienst”: een dienst die gericht is op het tot stand brengen van commerciële relaties met het oog op het delen van gegevens tussen een onbepaald aantal datasubjecten en gegevenshouders enerzijds en gegevensgebruikers anderzijds, door middel van technische, juridische of andere middelen, onder meer voor de uitoefening van de rechten van datasubjecten met betrekking tot persoonsgegevens, maar met uitsluiting van ten minste de volgende diensten:

a)

diensten die gegevens van gegevenshouders verkrijgen en de gegevens aggregeren, verrijken of transformeren met het oog op het toevoegen van substantiële waarde en het gebruik van de resulterende gegevens in licentie geven aan de gegevensgebruikers, zonder dat er een commerciële relatie tussen gegevenshouders en gegevensgebruikers tot stand wordt gebracht;

b)

diensten die gericht zijn op bemiddeling met betrekking tot auteursrechtelijk beschermde inhoud;

c)

diensten die uitsluitend door één gegevenshouder worden gebruikt om het gebruik mogelijk te maken van de gegevens waarover die gegevenshouder beschikt of die worden gebruikt door meerdere rechtspersonen in een gesloten groep, met inbegrip van leveranciers- of klantenrelaties of contractueel vastgelegde samenwerkingsverbanden, met name die welke als hoofddoel hebben de functionaliteiten van met het internet der dingen verbonden voorwerpen en apparaten te waarborgen;

d)

gegevensdelingsdiensten die door openbare lichamen worden aangeboden en die er niet op gericht zijn commerciële relaties tot stand te brengen;

12)

“verwerking”: verwerking als gedefinieerd in artikel 4, punt 2), van Verordening (EU) 2016/679 wat betreft persoonsgegevens, of in artikel 3, punt 2), van Verordening (EU) 2018/1807 wat betreft niet-persoonsgebonden gegevens;

13)

“toegang”: gegevensgebruik, overeenkomstig specifieke technische, juridische of organisatorische voorschriften, zonder dat dat noodzakelijkerwijs gepaard gaat met het doorgeven of downloaden van gegevens;

14)

“hoofdvestiging” van een rechtspersoon: de plaats waar zijn centrale administratie in de Unie is gelegen;

15)

“diensten van gegevenscoöperaties”: databemiddelingsdiensten die worden aangeboden door een organisatie die bestaat uit datasubjecten, eenpersoonsondernemingen of kmo’s die lid zijn van die organisatie, en die als voornaamste doelen heeft haar leden te ondersteunen bij de uitoefening van hun rechten met betrekking tot bepaalde gegevens, onder meer bij het maken van weloverwogen keuzes alvorens zij toestemming geven voor gegevensverwerking, standpunten uit te wisselen over de doeleinden van en de voorwaarden voor gegevensverwerking die het beste de belangen van haar leden ten aanzien van hun gegevens vertegenwoordigen, en namens haar leden te onderhandelen over de voorwaarden voor gegevensverwerking alvorens toelating te geven voor de verwerking van niet-persoonsgebonden gegevens of alvorens leden toestemming geven voor de verwerking van persoonsgegevens;

16)

“data-altruïsme”: het vrijwillig delen van gegevens op basis van de toestemming van datasubjecten om persoonsgegevens die op hen betrekking hebben te verwerken, of op basis van de toelating van gegevenshouders om hun niet-persoonsgebonden gegevens te gebruiken zonder een vergoeding te vragen of te ontvangen die verder gaat dan vergoeding van de kosten die zij maken indien zij hun gegevens beschikbaar stellen voor doeleinden van algemeen belang zoals in voorkomend geval bepaald in het nationale recht, zoals gezondheidszorg, de strijd tegen klimaatverandering, verbetering van mobiliteit, facilitering van de ontwikkeling, productie en verspreiding van officiële statistieken, verbetering van openbare diensten, openbare besluitvorming of wetenschappelijk onderzoek in het algemeen belang;

17)

“openbaar lichaam”: de staats-, regionale en lokale overheidsinstanties en publiekrechtelijke instellingen of samenwerkingsverbanden bestaande uit één of meer van die overheidsinstanties of één of meer van die publiekrechtelijke instellingen;

18)

“publiekrechtelijke instellingen”: instellingen die voldoen aan de volgende kenmerken:

a)

zij zijn opgericht voor het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang, en zijn niet van industriële of commerciële aard;

b)

zij bezitten rechtspersoonlijkheid;

c)

zij worden merendeels door de staats-, regionale of lokale overheidsinstanties of andere publiekrechtelijke instellingen gefinancierd, of hun beheer staat onder toezicht van die instanties of instellingen, of zij hebben een bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan waarvan de leden voor meer dan de helft door de staats-, regionale of lokale overheidsinstanties of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen;

19)

“overheidsonderneming”: elke onderneming waarop openbare lichamen direct of indirect een overheersende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming in die onderneming of de op die onderneming van toepassing zijnde voorschriften; voor de toepassing van deze definitie wordt uitgegaan van een overheersende invloed van de openbare lichamen in elk van de volgende gevallen waarin die openbare lichamen, direct of indirect:

a)

de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezitten;

b)

over de meerderheid van de stemrechten verbonden aan de door de onderneming uitgegeven aandelen beschikken;

c)

meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, het leidinggevend of het toezichthoudend orgaan van de onderneming kunnen aanwijzen;

20)

“beveiligde verwerkingsomgeving”: de fysieke of virtuele omgeving en organisatorische middelen om te zorgen voor de naleving van het Unierecht, zoals Verordening (EU) 2016/679, met name wat betreft de rechten van datasubjecten, intellectuele-eigendomsrechten, en handels- en statistisch geheim, integriteit en toegankelijkheid, alsook van het toepasselijke nationale recht, en om de entiteit die de beveiligde verwerkingsomgeving biedt in staat te stellen alle gegevensverwerkingsactiviteiten te bepalen en er toezicht op te houden, met inbegrip van het tonen, opslaan, downloaden en exporteren van gegevens en het berekenen van afgeleide gegevens door middel van computeralgoritmen;

21)

“wettelijke vertegenwoordiger”: een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die uitdrukkelijk is aangewezen om te handelen namens een aanbieder van een databemiddelingsdienst of een entiteit die, voor doeleinden van algemeen belang, gegevens verzamelt die door niet in de Unie gevestigde natuurlijke personen of rechtspersonen ter beschikking zijn gesteld op basis van data-altruïsme, waartoe de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten en de voor registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten zich in plaats van tot de aanbieder van de databemiddelingsdienst of entiteit kunnen wenden, of tot beiden, wat betreft de verplichtingen uit hoofde van deze verordening, onder meer om een handhavingsprocedure te starten tegen een niet in de Unie gevestigde aanbieder van databemiddelingsdiensten of entiteit die de voorschriften niet naleeft.

HOOFDSTUK II

Hergebruik van bepaalde categorieën beschermde gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen

Artikel 3

Gegevenscategorieën

1.   Dit hoofdstuk is van toepassing op gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen en die beschermd zijn op grond van:

a)

het handelsgeheim, waaronder bedrijfs- of beroepsgeheim;

b)

statistisch geheim;

c)

de bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten van derden, of

d)

de bescherming van persoonsgegevens, voor zover die buiten het toepassingsgebied van Richtlijn (EU) 2019/1024 vallen.

2.   Dit hoofdstuk is niet van toepassing op:

a)

gegevens van overheidsondernemingen;

b)

gegevens in het bezit van openbare omroepen of hun dochterondernemingen en van andere entiteiten of hun dochterondernemingen ten behoeve van de vervulling van een publieke omroeptaak;

c)

gegevens in het bezit van culturele instellingen en onderwijsinstellingen;

d)

gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen en die beschermd zijn om redenen van openbare veiligheid, defensie of nationale veiligheid, of

e)

gegevens waarvan de verstrekking een activiteit is die niet valt onder de openbare taak van de betrokken openbare lichamen, als bepaald bij wet of ander bindend voorschrift van de betrokken lidstaat of, indien een voorschrift ter zake ontbreekt, als bepaald overeenkomstig de gangbare bestuurspraktijk van die lidstaat, mits de afbakening van de openbare taken transparant is en aan toetsing is onderworpen.

3.   Dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan:

a)

het Unie- en nationale recht en internationale overeenkomsten waarbij de Unie of lidstaten partij zijn, inzake de bescherming van de in lid 1 bedoelde gegevenscategorieën, en

b)

het Unie- en nationale recht inzake toegang tot documenten.

Artikel 4

Verbod op exclusieve overeenkomsten

1.   Overeenkomsten of andere praktijken met betrekking tot het hergebruik van gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen en die in artikel 3, lid 1, vermelde gegevenscategorieën bevatten, waarbij exclusieve rechten worden toegekend of die tot doel of gevolg hebben dergelijke exclusieve rechten toe te kennen of de beschikbaarheid van gegevens voor hergebruik door andere entiteiten dan de partijen bij die overeenkomsten of andere praktijken te beperken, zijn verboden.

2.   In afwijking van lid 1 mag een exclusief recht op het hergebruik van de in dat lid bedoelde gegevens worden toegekend voor zover dat nodig is voor de verlening van een dienst of de levering van een product in het algemeen belang die anders niet mogelijk zou zijn.

3.   Een exclusief recht zoals bedoeld in lid 2 wordt verleend bij administratieve handeling of een contractuele regeling in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht of nationale recht en met inachtneming van de beginselen van transparantie, gelijke behandeling en non-discriminatie.

4.   Het exclusieve recht op hergebruik van gegevens wordt voor een periode van hoogstens twaalf maanden toegekend. Wanneer een overeenkomst wordt gesloten, is de duur van die overeenkomst dezelfde als die van de exclusiviteitsperiode.

5.   De toekenning van een exclusief recht op grond van de leden 2, 3 en 4, met inbegrip van de redenen waarom het noodzakelijk is een dergelijk recht toe te kennen, moet transparant zijn en online openbaar worden gemaakt, in een vorm die in overeenstemming is met het toepasselijke Unierecht inzake openbare aanbestedingen.

6.   Overeenkomsten of andere praktijken die onder het in lid 1 bedoelde verbod vallen, die niet voldoen aan de voorwaarden van de leden 2 en 3 en die zijn gesloten vóór 23 juni 2022, worden beëindigd aan het einde van de toepasselijke overeenkomst en in elk geval uiterlijk op 24 december 2024.

Artikel 5

Voorwaarden voor hergebruik

1.   openbare lichamen die uit hoofde van het nationale recht bevoegd zijn om de toegang tot een of meer in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën met het oog op hergebruik te verlenen of te weigeren, maken de voorwaarden voor het toestaan van dat hergebruik en de procedure om toestemming voor hergebruik aan te vragen via het in artikel 8 bedoelde centrale informatiepunt, openbaar. Bij het verlenen of weigeren van toegang met het oog op hergebruik kunnen zij worden bijgestaan door de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen.

De lidstaten zorgen ervoor dat openbare lichamen over de nodige middelen beschikken om aan dit artikel te voldoen.

2.   De voorwaarden voor hergebruik moeten niet-discriminerend, transparant, evenredig en objectief gerechtvaardigd zijn wat betreft de gegevenscategorieën, het doel van het hergebruik en de aard van de gegevens waarvoor hergebruik wordt toegestaan. Die voorwaarden mogen niet worden gebruikt om de mededinging te beperken.

3.   openbare lichamen zorgen er overeenkomstig het Unierecht en het nationale recht voor dat het beschermde karakter van de gegevens behouden blijft. Zij kunnen de volgende vereisten opleggen:

a)

dat slechts toegang wordt verleend om gegevens te hergebruiken als het openbaar lichaam of het bevoegd orgaan er na een verzoek tot hergebruik voor heeft gezorgd dat de gegevens:

i)

geanonimiseerd zijn, in het geval van persoonsgegevens, en

ii)

gewijzigd of geaggregeerd zijn of dat zij behandeld zijn volgens een andere methode om de openbaarmaking ervan te controleren, in het geval van commercieel vertrouwelijke informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen of door intellectuele-eigendomsrechten beschermde inhoud;

b)

dat voor de toegang tot en het hergebruik van de gegevens op afstand gebruik wordt gemaakt van een beveiligde verwerkingsomgeving die door het openbaar lichaam ter beschikking wordt gesteld of gecontroleerd;

c)

dat voor de toegang tot en het hergebruik van de gegevens gebruik wordt gemaakt, met inachtneming van strikte beveiligingsnormen, van de fysieke locatie waar de beveiligde verwerkingsomgeving zich bevindt, op voorwaarde dat toegang op afstand niet kan worden toegestaan zonder de rechten en belangen van derden in gevaar te brengen.

4.   Bij hergebruik dat werd toegestaan overeenkomstig lid 3, punten b) en c), leggen de openbare lichamen voorwaarden op die de integriteit van de werking van de technische systemen van de beveiligde verwerkingsomgeving in stand houden. De openbare lichamen behouden zich het recht voor het proces, de middelen en alle resultaten van gegevensverwerking door de hergebruiker te verifiëren teneinde de integriteit van de gegevensbescherming te vrijwaren, alsook het recht om het gebruik te verbieden van resultaten die informatie bevatten die de rechten en belangen van derden in gevaar brengt. Het besluit om het gebruik van de resultaten te verbieden moet begrijpelijk en transparant zijn voor de hergebruiker.

5.   Tenzij het nationale recht in specifieke waarborgen voorziet inzake toepasselijke vertrouwelijkheidsverplichtingen met betrekking tot het hergebruik van gegevens als bedoeld in artikel 3, lid 1,, stelt het openbaar lichaam het hergebruik van de overeenkomstig lid 3 van dit artikel verstrekte gegevens afhankelijk van de naleving door de hergebruiker van een vertrouwelijkheidsverplichting die de openbaarmaking verbiedt van informatie die de rechten en belangen van derden in gevaar brengt en die de hergebruiker ondanks de ingestelde waarborgen heeft verkregen. Hergebruikers mogen geen datasubjecten op wie de gegevens betrekking hebben heridentificeren en nemen technische en operationele maatregelen om heridentificatie te voorkomen en om elke inbreuk in verband met persoonsgegevens die leidt tot heridentificatie van de betrokkenen, aan het openbaar lichaam te melden. In geval van ongeoorloofd hergebruik van niet-persoonsgebonden gegevens, stelt de hergebruiker, waar passend met de hulp van het openbaar lichaam, de rechtspersonen van wie de rechten en belangen in het geding kunnen komen, daar onverwijld van in kennis.

6.   Indien het hergebruik van gegevens niet kan worden toegestaan overeenkomstig de in de leden 3 en 4 van dit artikel neergelegde verplichtingen en er geen rechtsgrondslag is voor de doorgifte van de gegevens uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679, stelt het openbaar lichaam, overeenkomstig het Unierecht en het nationale recht, alles in het werk om potentiële hergebruikers bij te staan bij het vragen van de toestemming van de datasubjecten of de toelating van de gegevenshouders van wie de rechten en belangen door het hergebruik in het geding kunnen komen, indien dat haalbaar is zonder onevenredige lasten voor het openbaar lichaam. Bij het verlenen van dergelijke bijstand kan het openbaar lichaam worden bijgestaan door de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen.

7.   Het hergebruik van gegevens is alleen toegestaan als de intellectuele-eigendomsrechten in acht worden genomen. openbare lichamen oefenen het bij artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG verleende recht van de fabrikant van een databank niet uit om het hergebruik van gegevens tegen te gaan of buiten de bij deze verordening bepaalde grenzen te beperken.

8.   Indien de gevraagde gegevens overeenkomstig het Unierecht of nationale recht inzake handels- of statistisch geheim als vertrouwelijk moeten worden beschouwd, zorgen de openbare lichamen ervoor dat de vertrouwelijke gegevens niet openbaar worden gemaakt als gevolg van het toestaan van hergebruik, tenzij dat hergebruik wordt toegestaan overeenkomstig lid 6.

9.   Indien een hergebruiker voornemens is op grond van artikel 3, lid 1, beschermde niet-persoonsgebonden gegevens door te geven aan een derde land, stelt hij het openbaar lichaam op het moment dat hij om hergebruik van dergelijke gegevens verzoekt op de hoogte van zijn voornemen om dergelijke gegevens door te geven en van het doel van die doorgifte. Bij hergebruik overeenkomstig lid 6 van dit artikel stelt de hergebruiker, waar passend met de hulp van het openbaar lichaam, de rechtspersoon waarvan de rechten en belangen in het geding kunnen komen, in kennis van dat voornemen, dat doel en de passende waarborgen. Het openbaar lichaam staat het hergebruik enkel toe indien de rechtspersoon toelating verleent voor de doorgifte.

10.   openbare lichamen geven niet-persoonsgebonden vertrouwelijke of door intellectuele-eigendomsrechten beschermde gegevens alleen door aan een hergebruiker die voornemens is die gegevens door te geven aan een niet overeenkomstig lid 12 aangewezen derde land indien de hergebruiker er zich contractueel toe verbindt:

a)

te voldoen aan de overeenkomstig de leden 7 en 8 opgelegde verplichtingen, ook nadat de gegevens zijn doorgegeven aan het derde land, en

b)

de bevoegdheid van de rechterlijke instanties van de lidstaat van het openbaar lichaam dat de gegevens doorgeeft te aanvaarden met betrekking tot elk geschil in verband met de naleving van de leden 7 en 8.

11.   Waar relevant en binnen de grenzen van hun mogelijkheden bieden openbare lichamen hergebruikers advies en bijstand bij de naleving van de in lid 10 van dit artikel bedoelde verplichtingen.

Om openbare lichamen en hergebruikers bij te staan, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen met modelcontractbepalingen voor de naleving van de in lid 10 van dit artikel, bedoelde verplichtingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 33, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

12.   Indien een aanzienlijk aantal verzoeken in de Unie met betrekking tot het hergebruik van niet-persoonsgebonden gegevens in specifieke derde landen dat rechtvaardigt, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin wordt verklaard dat de juridische, toezichts- en handhavingsregelingen van een derde land:

a)

de bescherming van intellectuele eigendom en bedrijfsgeheimen garanderen op een wijze die in wezen gelijkwaardig is aan de uit hoofde van het Unierecht geboden bescherming;

b)

effectief worden toegepast en gehandhaafd, en

c)

voorzien in effectieve verhaalsmogelijkheden.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 33, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

13.   In specifieke wetgevingshandelingen van de Unie kunnen bepaalde categorieën niet-persoonsgebonden gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen als zeer gevoelig worden beschouwd voor de toepassing van dit artikel, indien de doorgifte daarvan aan derde landen doelstellingen van het overheidsbeleid van de Unie in gevaar kan brengen, zoals veiligheid en volksgezondheid, of het risico met zich mee kan brengen van heridentificatie van geanonimiseerde niet-persoonsgebonden gegevens. Wanneer een dergelijke handeling wordt vastgesteld, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 32 gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van deze verordening door de vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de doorgifte van dergelijke gegevens aan derde landen.

Die bijzondere voorwaarden worden gebaseerd op de aard van de in de specifieke wetgevingshandeling van de Unie geïdentificeerde categorieën niet-persoonsgebonden gegevens en op de redenen om die categorieën als zeer gevoelig te beschouwen, rekening houdend met risico van heridentificatie van geanonimiseerde niet-persoonsgebonden gegevens. Die bijzondere voorwaarden zijn niet-discriminerend en beperkt tot wat nodig is om de in die handeling geïdentificeerde doelstellingen van het overheidsbeleid van de Unie te verwezenlijken, overeenkomstig de internationale verplichtingen van de Unie.

Indien specifieke wetgevingshandelingen van de Unie als bedoeld in de eerste alinea dat vereisen, kunnen die bijzondere voorwaarden betrekking hebben op voorwaarden voor de doorgifte of technische regelingen in dat verband, beperkingen inzake het hergebruik van gegevens in derde landen of inzake categorieën van personen die dergelijke gegevens mogen doorgeven aan derde landen of, in uitzonderlijke gevallen, beperkingen inzake doorgiften aan derde landen.

14.   De natuurlijke of rechtspersoon aan wie het recht op hergebruik van niet-persoonsgebonden gegevens is verleend, mag de gegevens alleen doorgeven aan derde landen die voldoen aan de vereisten van de leden 10, 12 en 13.

Artikel 6

Vergoedingen

1.   openbare lichamen die toestemming geven voor het hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën, mogen daar een vergoeding voor vragen.

2.   Op grond van lid 1 aangerekende vergoedingen moeten transparant, niet-discriminerend, evenredig en objectief gerechtvaardigd zijn en mogen niet concurrentiebeperkend zijn.

3.   openbare lichamen zorgen ervoor dat alle vergoedingen ook online kunnen worden betaald met behulp van algemeen beschikbare grensoverschrijdende betaaldiensten, zonder discriminatie op basis van de plaats in de Unie waar de betalingsdienstaanbieder is gevestigd, waar het betaalinstrument is uitgegeven of waar de betaalrekening zich bevindt.

4.   Indien openbare lichamen vergoedingen aanrekenen, nemen zij maatregelen om het hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën aan te moedigen voor niet-commerciële doeleinden, zoals wetenschappelijk onderzoek, en door kmo’s en start-ups, overeenkomstig de staatssteunregels. In dat verband kunnen openbare lichamen de gegevens ook tegen een gereduceerde vergoeding of kosteloos ter beschikking stellen, met name aan kmo’s en start-ups, maatschappelijke organisaties en onderwijsinstellingen. openbare lichamen kunnen daartoe een lijst opstellen van categorieën hergebruikers waaraan gegevens voor hergebruik tegen een gereduceerde vergoeding of kosteloos ter beschikking worden gesteld. Die lijst wordt, samen met de criteria die zijn gebruikt voor de opstelling ervan, openbaar gemaakt.

5.   De vergoedingen worden afgeleid van de kosten voor het voeren van de procedure in verband met verzoeken tot hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën en worden beperkt tot de noodzakelijke kosten in verband met:

a)

de reproductie, verstrekking en verspreiding van gegevens;

b)

de vereffening van rechten;

c)

anonimisering of andere vormen van voorbereiding van persoonsgegevens en commercieel vertrouwelijke gegevens als bepaald in artikel 5, lid 3;

d)

het onderhoud van de veilige verwerkingsomgeving;

e)

het verkrijgen van het recht om hergebruik overeenkomstig dit hoofdstuk toe te staan door derden buiten de openbare sector, en

f)

het bijstaan van hergebruikers bij het verkrijgen van toestemming van datasubjecten en toelating van gegevenshouders, van wie de rechten en belangen door het hergebruik in het geding kunnen komen.

6.   De criteria en de methode voor de berekening van de vergoedingen worden door de lidstaten vastgesteld en bekendgemaakt. Het openbaar lichaam publiceert een beschrijving van de belangrijkste kostencategorieën en de regels voor de toerekening van de kosten.

Artikel 7

Bevoegde organen

1.   Met het oog op de uitoefening van de in dit artikel bedoelde taken wijst elke lidstaat een of meer bevoegde organen aan, die bevoegd kunnen zijn voor een specifieke sector, om de openbare lichamen die toegang met het oog op hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën verlenen of weigeren, bij te staan. De lidstaten kunnen ofwel een of meer bevoegde organen oprichten, ofwel een beroep doen op bestaande openbare lichamen of op interne diensten van openbare lichamen die aan de voorwaarden van deze verordening voldoen.

2.   De bevoegde organen kunnen ook de bevoegdheid krijgen toegang met het oog op hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën te verlenen, op grond van het Unierecht of het nationale recht dat voorziet in het verlenen van die toegang. Wanneer bevoegde organen toegang met het oog op hergebruik verlenen of weigeren, zijn de artikelen 4, 5, 6 en 9 op hen van toepassing.

3.   De bevoegde organen moeten over voldoende juridische, financiële, technische en personele middelen beschikken om de hun opgedragen taken uit te voeren, waaronder de noodzakelijke technische kennis om het toepasselijke Unierecht of nationale recht inzake de regelingen voor toegang tot de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën na te leven.

4.   De in lid 1 bedoelde bijstand omvat, indien nodig:

a)

technische steun, door een beveiligde verwerkingsomgeving ter beschikking te stellen voor het verlenen van toegang tot gegevens met het oog op hergebruik;

b)

richtsnoeren over hoe die gegevens het best kunnen worden gestructureerd en opgeslagen zodat ze gemakkelijk toegankelijk zijn, en de daarbij benodigde technische steun;

c)

technische steun voor pseudonimisering en de garantie dat de gegevensverwerking plaatsvindt op een wijze die de privacy, vertrouwelijkheid, integriteit en toegankelijkheid van de informatie in de gegevens waarvoor hergebruik wordt toegestaan, effectief beschermt, met inbegrip van technieken voor de anonimisering, veralgemening, schrapping en randomisering van persoonsgegevens of andere geavanceerde methoden voor privacybescherming, en de verwijdering van commercieel vertrouwelijke informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen of door intellectuele-eigendomsrechten beschermde inhoud;

d)

waar relevant, het bijstaan van de openbare lichamen bij het ondersteunen van hergebruikers die datasubjecten verzoeken om toestemming voor hergebruik of gegevenshouders verzoeken om toelating in overeenstemming met hun specifieke besluiten, inclusief wat betreft de jurisdictie waar men de gegevensverwerking wil laten plaatsvinden, en het bijstaan van de openbare lichamen bij het opzetten van technische mechanismen die de doorgifte van verzoeken om toestemming of toelating van hergebruikers mogelijk maken, indien praktisch haalbaar;

e)

het bijstaan van de openbare lichamen bij het beoordelen van de toereikendheid van de door een hergebruiker aangegane contractuele verbintenissen, op grond van artikel 5, lid 10.

5.   Elke lidstaat stelt de Commissie uiterlijk op 24 september 2023 in kennis van de identiteit van de op grond van lid 1 aangewezen bevoegde organen. Elke lidstaat stelt de Commissie tevens in kennis van elke latere wijziging van de identiteit van die bevoegde organen.

Artikel 8

Centrale informatiepunten

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat alle relevante informatie in verband met de toepassing van de artikelen 5 en 6 beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk is via één centraal informatiepunt. De lidstaten kunnen een nieuw lichaam oprichten, of een bestaand lichaam of een bestaande structuur aanwijzen als het centraal informatiepunt. Het centraal informatiepunt kan gekoppeld zijn aan sectorale, regionale of lokale informatiepunten. De functies van het centraal informatiepunt kunnen worden geautomatiseerd op voorwaarde dat het openbaar lichaam voor adequate ondersteuning zorgt.

2.   Het centraal informatiepunt is bevoegd verzoeken om informatie of hergebruik met betrekking tot de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën te ontvangen en geeft ze door, indien mogelijk en passend langs geautomatiseerde weg, aan de bevoegde openbare lichamen of, waar relevant, aan de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen. Het centraal informatiepunt stelt langs elektronische weg een doorzoekbare overzichtslijst beschikbaar met een overzicht van alle beschikbare gegevensbronnen, met inbegrip van, waar relevant, de gegevensbronnen die beschikbaar zijn op sectorale, regionale of lokale informatiepunten, met relevante informatie over de beschikbare gegevens, waaronder ten minste het format en de omvang van de gegevens en de voorwaarden voor het hergebruik ervan.

3.   Het centraal informatiepunt kan een afzonderlijk, vereenvoudigd en goed gedocumenteerd informatiekanaal instellen voor kmo’s en start-ups, dat inspeelt op hun behoeften en capaciteiten met betrekking tot verzoeken om hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën.

4.   De Commissie richt een Europees centraal toegangspunt op dat een doorzoekbaar elektronisch register aanbiedt van de gegevens die beschikbaar zijn in de nationale centrale informatiepunten, alsmede nadere informatie over de wijze waarop gegevens kunnen worden opgevraagd via die nationale centrale informatiepunten.

Artikel 9

Procedure voor verzoeken om hergebruik

1.   Tenzij overeenkomstig het nationale recht kortere termijnen zijn vastgesteld, nemen de bevoegde openbare lichamen of de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek een besluit over het verzoek om hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën.

Bij uitzonderlijk uitgebreide en complexe verzoeken om hergebruik kan die termijn van twee maanden met ten hoogste dertig dagen worden verlengd. In dergelijke gevallen stellen de bevoegde openbare lichamen of de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen de verzoeker er zo spoedig mogelijk van in kennis dat het voeren van de procedure meer tijd vergt, onder vermelding van de redenen voor de vertraging.

2.   Elke natuurlijke of rechtspersoon die rechtstreeks wordt geraakt door een in lid 1 bedoeld besluit, heeft een effectief recht op verhaal in de lidstaat waar het betrokken orgaan is gevestigd. Dat recht op verhaal is vastgelegd in het nationale recht en omvat de mogelijkheid tot herziening door een onpartijdige instantie die over de nodige deskundigheid beschikt, zoals de nationale mededingingsautoriteit, de relevante autoriteit inzake toegang tot documenten, de toezichthoudende autoriteit die is opgericht overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 of een nationale rechterlijke instantie, en waarvan de beslissingen bindend zijn voor het betrokken openbaar lichaam of bevoegd orgaan.

HOOFDSTUK III

Vereisten voor aanbieders van databemiddelingsdiensten

Artikel 11

Aanmelding door aanbieders van databemiddelingsdiensten

1.   Aanbieders van databemiddelingsdiensten die voornemens zijn de in artikel 10 bedoelde databemiddelingsdiensten te verlenen, melden dat aan de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit.

2.   Voor de toepassing van deze verordening wordt een aanbieder van databemiddelingsdiensten met vestigingen in meer dan een lidstaat geacht te vallen onder de jurisdictie van de lidstaat waar hij zijn hoofdvestiging heeft, onverminderd het Unierecht betreffende grensoverschrijdende schadevorderingen en de daarmee verband houdende procedures.

3.   Een aanbieder van databemiddelingsdiensten die niet in de Unie is gevestigd, maar de in artikel 10 bedoelde databemiddelingsdiensten aanbiedt in de Unie, wijst een wettelijke vertegenwoordiger aan in een van de lidstaten waarin die diensten worden aangeboden.

Met het oog op het waarborgen van de naleving van deze verordening wordt de wettelijke vertegenwoordiger door de aanbieder van databemiddelingsdiensten gemachtigd zodat de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten of de datasubjecten en gegevenshouders zich voor alles wat betreft de verleende databemiddelingsdiensten tot hem in de plaats van tot de aanbieder kunnen wenden, of tot beiden. De wettelijke vertegenwoordiger werkt samen met de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten en geeft hun op verzoek een uitvoerig overzicht van de maatregelen en voorzieningen die de aanbieder van databemiddelingsdiensten heeft genomen om de naleving van deze verordening te garanderen.

De aanbieder van databemiddelingsdiensten wordt geacht te vallen onder de jurisdictie van de lidstaat waar zijn wettelijke vertegenwoordiger is gevestigd. De aanwijzing van een wettelijke vertegenwoordiger door de aanbieder van databemiddelingsdiensten doet geen afbreuk aan eventuele rechtsvorderingen die tegen de aanbieder van databemiddelingsdiensten kunnen worden ingesteld.

4.   Na overeenkomstig lid 1 aanmelding te hebben gedaan mag de aanbieder van databemiddelingsdiensten van start gaan met zijn activiteiten, met inachtneming van de in dit hoofdstuk vastgestelde voorwaarden.

5.   De in lid 1 bedoelde aanmelding verleent de aanbieder van databemiddelingsdiensten het recht om in alle lidstaten databemiddelingsdiensten te verlenen.

6.   De in lid 1 bedoelde aanmelding bevat de volgende informatie:

a)

de naam van de aanbieder van databemiddelingsdiensten;

b)

de juridische status, de vorm, de eigendomsstructuur en de relevante dochterondernemingen van de aanbieder van databemiddelingsdiensten, en indien hij ingeschreven staat in een handelsregister of in een soortgelijk openbaar nationaal register, het registratienummer van de aanbieder van databemiddelingsdiensten;

c)

in voorkomend geval, het adres van de hoofdvestiging van de aanbieder van databemiddelingsdiensten in de Unie en, indien van toepassing, van alle filialen in andere lidstaten, of dat van de wettelijke vertegenwoordiger;

d)

een openbare website waarop volledige en actuele informatie over de aanbieder van databemiddelingsdiensten en de activiteiten te vinden is, met inbegrip van ten minste de in de punten a), b), c) en f) bedoelde informatie;

e)

de contactpersonen en contactgegevens van de aanbieder van databemiddelingsdiensten;

f)

een beschrijving van de databemiddelingsdienst die de aanbieder van databemiddelingsdiensten voornemens is te verlenen, en een aanduiding van de categorieën van artikel 10 waaronder een dergelijke databemiddelingsdienst valt;

g)

de vermoedelijke begindatum van de activiteit, indien die verschilt van de datum van de aanmelding.

7.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit zorgt ervoor dat de aanmeldingsprocedure niet-discriminerend en niet concurrentieverstorend is.

8.   Op verzoek van de aanbieder van databemiddelingsdiensten brengt de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit binnen een week nadat een behoorlijke en volledige aanmelding is gedaan, een gestandaardiseerde verklaring uit waarin wordt bevestigd dat de aanbieder van databemiddelingsdiensten de in lid 1 bedoelde aanmelding heeft gedaan en dat de aanmelding de in lid 6 bedoelde informatie bevat.

9.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit bevestigt op verzoek van de aanbieder van databemiddelingsdiensten dat de aanbieder van databemiddelingsdiensten voldoet aan dit artikel en aan artikel 12. Na ontvangst van die bevestiging mag die aanbieder van databemiddelingsdiensten het label “in de Unie erkende aanbieder van databemiddelingsdiensten” gebruiken in zijn schriftelijke en mondelinge communicatie, alsmede gebruikmaken van een gemeenschappelijk logo.

Om ervoor te zorgen dat in de Unie erkende aanbieders van databemiddelingsdiensten gemakkelijk herkenbaar zijn in de hele Unie, stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen een ontwerp voor het gemeenschappelijke logo vast. In de Unie erkende aanbieders van databemiddelingsdiensten brengen het gemeenschappelijke logo duidelijk zichtbaar aan op elke online- en offline-publicatie die verband houdt met hun databemiddelingsactiviteiten.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 33, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

10.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit stelt de Commissie onverwijld langs elektronische weg in kennis van elke nieuwe aanmelding. De Commissie houdt een openbaar register bij van alle aanbieders van databemiddelingsdiensten die hun diensten in de Unie verlenen, en werkt dat regelmatig bij. De in lid 6, punten a), b), c), d), f) en g), bedoelde informatie wordt in het openbaar register gepubliceerd.

11.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit kan overeenkomstig het nationale recht kosten aanrekenen voor de aanmelding. Die vergoedingen moeten evenredig en objectief zijn en gebaseerd zijn op de administratieve kosten voor het toezicht op de naleving en andere markttoezichtsactiviteiten van de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten in verband met aanmeldingen van aanbieders van databemiddelingsdiensten. De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit kan gereduceerde vergoedingen aanrekenen of kosteloze aanmelding toestaan voor kmo's en start-ups.

12.   Aanbieders van databemiddelingsdiensten delen alle wijzigingen in de op grond van lid 6 verstrekte informatie mee aan de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit binnen 14 dagen vanaf de datum van de wijziging.

13.   Een aanbieder van databemiddelingsdiensten die zijn activiteiten stopzet, stelt de relevante, op grond van de leden 1, 2 en 3 bepaalde, voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit daarvan binnen 15 dagen in kennis.

14.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit stelt de Commissie onverwijld langs elektronische weg in kennis van elke in de leden 12 en 13 bedoelde aanmelding. De Commissie werkt het openbaar register van aanbieders van databemiddelingsdiensten in de Unie dienovereenkomstig bij.

Artikel 16

Nationale regelingen voor data-altruïsme

De lidstaten kunnen organisatorische of technische regelingen, of beide, treffen om data-altruïsme te faciliteren. Daartoe kunnen de lidstaten ook nationaal beleid voor data-altruïsme vaststellen. Dat nationale beleid kan met name datasubjecten bijstaan bij het vrijwillig beschikbaar stellen van hun persoonsgegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen met het oog op data-altruïsme, en de nodige informatie bevatten die aan datasubjecten moet worden verstrekt met betrekking tot het hergebruik van hun gegevens in het algemeen belang.

Indien een lidstaat dergelijk nationaal beleid ontwikkelt, stelt hij de Commissie daarvan in kennis.

Artikel 17

openbare registers van erkende organisaties voor data-altruïsme

1.   Elke voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit houdt een openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme bij, en werkt dat regelmatig bij.

2.   De Commissie houdt voor informatiedoeleinden een openbaar Unieregister van erkende organisaties voor data-altruïsme bij. Mits een entiteit in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme is opgenomen overeenkomstig artikel 18, mag zij in haar schriftelijke en mondelinge communicatie het label “in de Unie erkende organisatie voor data-altruïsme” en een gemeenschappelijk logo gebruiken.

Opdat erkende organisaties voor data-altruïsme gemakkelijk herkenbaar zijn in de hele Unie, stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen een ontwerp voor het gemeenschappelijke logo vast. Erkende organisaties voor data-altruïsme brengen het gemeenschappelijke logo duidelijk zichtbaar aan op elke online- en offlinepublicatie met betrekking tot hun activiteiten in verband met data-altruïsme. Het gemeenschappelijke logo moet vergezeld gaan van een QR-code met een link naar het openbaar Unieregister van erkende organisaties voor data-altruïsme.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 33, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

Artikel 19

Registratie van erkende organisaties voor data-altruïsme

1.   Een entiteit die aan de vereisten van artikel 18 voldoet, kan een aanvraag indienen om opgenomen te worden in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme in de lidstaat waar zij is gevestigd.

2.   Een entiteit die aan de vereisten van artikel 18 voldoet en vestigingen heeft in meer dan één lidstaat, kan een aanvraag indienen om opgenomen te worden in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme in de lidstaat waar zij haar hoofdvestiging heeft.

3.   Een entiteit die aan de vereisten van artikel 18 voldoet maar niet in de Unie is gevestigd, wijst een wettelijke vertegenwoordiger aan in een van de lidstaten waar de diensten in verband met data-altruïsme worden aangeboden.

Met het oog op het waarborgen van de naleving van deze verordening wordt de wettelijke vertegenwoordiger door de entiteit gemachtigd zodat de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten of datasubjecten en gegevenshouders zich tot hem in de plaats van tot de entiteit, of tot beiden, kunnen wenden voor alle aangelegenheden die verband houden met die entiteit. De wettelijke vertegenwoordiger werkt samen met de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten en geeft hun op verzoek een uitvoerig overzicht van de maatregelen en voorzieningen die de entiteit heeft genomen om de naleving van deze verordening te garanderen.

De entiteit wordt geacht te vallen onder de jurisdictie van de lidstaat waar haar wettelijke vertegenwoordiger is gevestigd. Een dergelijke entiteit kan een aanvraag indienen om in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme in die lidstaat opgenomen te worden. De aanwijzing van een wettelijke vertegenwoordiger door de entiteit doet geen afbreuk aan eventuele rechtsvorderingen die tegen de entiteit kunnen worden ingesteld.

4.   De in de leden 1, 2 en 3 bedoelde registratieaanvragen moeten de volgende gegevens bevatten:

a)

de naam van de entiteit;

b)

de juridische status en de vorm van de entiteit, en indien de entiteit in een openbaar nationaal register is ingeschreven, het registratienummer van de entiteit;

c)

de statuten van de entiteit, waar passend;

d)

de inkomstenbronnen van de entiteit;

e)

in voorkomend geval, het adres van de hoofdvestiging van de entiteit in de Unie en, indien van toepassing, van alle filialen in andere lidstaten, of dat van de wettelijke vertegenwoordiger;

f)

een openbare website waarop volledige en actuele informatie over de entiteit en haar activiteiten te vinden is, met inbegrip van ten minste de in de punten a), b), d), e) en h) bedoelde informatie;

g)

de contactpersonen en contactgegevens van de entiteit;

h)

de doelstellingen van algemeen belang die zij wil bevorderen bij het verzamelen van de gegevens;

i)

de aard van de gegevens die de entiteit voornemens is te controleren of te verwerken, en, in het geval van persoonsgegevens, een aanduiding van de categorieën persoonsgegevens;

j)

alle andere documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de vereisten van artikel 18.

5.   Indien de entiteit alle nodige informatie op grond van lid 4 heeft ingediend en nadat de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit de registratieaanvraag heeft beoordeeld en heeft vastgesteld dat de entiteit voldoet aan de vereisten van artikel 18, registreert de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit de entiteit binnen twaalf weken na de datum van ontvangst van de registratieaanvraag in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme. De registratie is geldig in alle lidstaten.

De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit deelt elke registratie mee aan de Commissie. De Commissie neemt die registratie op in het openbaar Unieregister van erkende organisaties voor data-altruïsme.

6.   De in lid 4, punten a), b), f), g) en h), bedoelde informatie wordt bekendgemaakt in het relevante openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme.

7.   Een erkende organisatie voor data-altruïsme stelt de relevante voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit in kennis van elke wijziging van de op grond van lid 4 verstrekte informatie binnen 14 dagen na de dag waarop de wijziging heeft plaatsgevonden.

De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit stelt de Commissie onverwijld langs elektronische weg in kennis van elke dergelijke kennisgeving. Op basis van die kennisgevingen werkt de Commissie onverwijld het openbaar Unieregister van erkende organisaties voor data-altruïsme bij.

Artikel 30

Taken van het Europees Comité voor gegevensinnovatie

Het Europees Comité voor gegevensinnovatie heeft de volgende taken:

a)

de Commissie advies verstrekken en bijstaan wat betreft de ontwikkeling van een consistente praktijk van openbare lichamen en de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen met betrekking tot het behandelen van verzoeken tot hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën;

b)

de Commissie advies verstrekken en bijstaan wat betreft de ontwikkeling van een consistente praktijk voor data-altruïsme in de hele Unie;

c)

de Commissie advies verstrekken en bijstaan wat betreft de ontwikkeling van een consistente praktijk van de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten en de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten met betrekking tot de toepassing van de vereisten die toepasselijk zijn op aanbieders van databemiddelingsdiensten en op erkende organisaties voor data-altruïsme;

d)

de Commissie advies verstrekken en bijstaan wat betreft de ontwikkeling van consistente richtsnoeren waarin wordt aangegeven hoe commercieel gevoelige niet-persoonsgebonden gegevens, met name bedrijfsgeheimen, maar ook niet-persoonsgebonden gegevens die door intellectuele-eigendomsrechten beschermde inhoud vertegenwoordigen, in het kader van deze verordening het best beschermd kunnen worden tegen onrechtmatige toegang die tot diefstal van intellectuele eigendom of industriële spionage zou kunnen leiden;

e)

de Commissie advies verstrekken en bijstaan wat betreft de ontwikkeling van consistente richtsnoeren inzake cyberbeveiligingsvereisten voor de uitwisseling en opslag van gegevens;

f)

de Commissie advies verstrekken, met name rekening houdend met de inbreng van normalisatieorganisaties, over de prioritering van sectoroverschrijdende normen die moeten worden gebruikt en ontwikkeld voor gegevensgebruik en sectoroverschrijdende gegevensdeling tussen de nieuwe gemeenschappelijke Europese gegevensruimten, sectoroverschrijdende vergelijking en uitwisseling van beste praktijken met betrekking tot sectorale vereisten voor beveiliging en toegangsprocedures, rekening houdend met sectorspecifieke normalisatieactiviteiten, met name door te verduidelijken en te bepalen welke normen en praktijken sectoroverschrijdend en welke sectorspecifiek zijn;

g)

de Commissie bijstaan, met name rekening houdend met de inbreng van normalisatieorganisaties, bij het aanpakken van de versnippering van de interne markt en de data-economie in de interne markt door grensoverschrijdende en sectoroverschrijdende interoperabiliteit van gegevens te verbeteren, en ook gegevensdelingsdiensten tussen verschillende sectoren en domeinen te verbeteren, voortbouwend op bestaande Europese, internationale of nationale normen, onder meer om de totstandbrenging van gemeenschappelijke Europese gegevensruimten aan te moedigen;

h)

richtsnoeren voorstellen voor gemeenschappelijke Europese gegevensruimten, namelijk doel- of sectorspecifieke of sectoroverschrijdende interoperabele kaders van gemeenschappelijke normen en praktijken op het gebied van gegevensdeling of gezamenlijke gegevensverwerking met het oog op onder meer de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten, wetenschappelijk onderzoek of initiatieven van maatschappelijke organisaties, waarbij die gemeenschappelijke normen en praktijken rekening houden met bestaande normen, voldoen aan de mededingingsregels en een niet-discriminerende toegang voor alle deelnemers waarborgen, met het oog op de facilitering van gegevensdeling in de Unie en op de benutting van het potentieel van bestaande en toekomstige dataruimten; in die richtsnoeren wordt onder meer aandacht besteed aan:

i)

sectoroverschrijdende normen die moeten worden gebruikt en ontwikkeld voor gegevensgebruik en sectoroverschrijdende gegevensdeling, sectoroverschrijdende vergelijking en uitwisseling van beste praktijken met betrekking tot sectorale vereisten voor beveiliging en toegangsprocedures, rekening houdend met sectorspecifieke normalisatieactiviteiten, met name door te verduidelijken en te bepalen welke normen en praktijken sectoroverschrijdend en welke sectorspecifiek zijn;

ii)

vereisten om belemmeringen voor markttoegang tegen te gaan en lock-in-effecten te vermijden, met het oog op het waarborgen van eerlijke mededinging en interoperabiliteit;

iii)

adequate bescherming van de wettige doorgifte van gegevens aan derde landen, met inbegrip van waarborgen tegen doorgifte die door het Unierecht wordt verboden;

iv)

adequate en niet-discriminerende vertegenwoordiging van de relevante belanghebbenden bij de governance van gemeenschappelijke Europese gegevensruimten;

v)

naleving van de cyberbeveiligingsvereisten overeenkomstig het Unierecht;

i)

de samenwerking tussen de lidstaten faciliteren bij het vaststellen van geharmoniseerde voorwaarden voor het hergebruik van in artikel 3, lid 1, bedoelde categorieën van gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen in de hele interne markt;

j)

de samenwerking tussen de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten en de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten faciliteren door capaciteitsopbouw en informatie-uitwisseling, met name door methoden vast te stellen voor de efficiënte uitwisseling van informatie met betrekking tot de aanmeldingsprocedure voor aanbieders van databemiddelingsdiensten en de registratie en monitoring van erkende organisaties voor data-altruïsme, met inbegrip van coördinatie met betrekking tot de vaststelling van vergoedingen of sancties, alsook de samenwerking tussen de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten en de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten faciliteren met betrekking tot de internationale toegang en doorgifte van gegevens;

k)

de Commissie advies verstrekken en bijstaan wat betreft het beoordelen of de in artikel 5, leden 11 en 12, bedoelde uitvoeringshandelingen moeten worden vastgesteld;

l)

de Commissie advies verstrekken en bijstaan wat betreft het opstellen van het Europees toestemmingsformulier voor data-altruïsme overeenkomstig artikel 25, lid 1;

m)

de Commissie advies verstrekken over de verbetering van het internationale regelgevingskader voor niet-persoonsgebonden gegevens, met inbegrip van normalisatie.

HOOFDSTUK VII

Internationale toegang en doorgifte


whereas









keyboard_arrow_down