search


keyboard_tab Digital Governance Act 2022/0868 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/0868 NL cercato: 'toegekend' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index toegekend:


whereas toegekend:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 307

 

Artikel 4

Verbod op exclusieve overeenkomsten

1.   Overeenkomsten of andere praktijken met betrekking tot het hergebruik van gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen en die in artikel 3, lid 1, vermelde gegevenscategorieën bevatten, waarbij exclusieve rechten worden toegekend of die tot doel of gevolg hebben dergelijke exclusieve rechten toe te kennen of de beschikbaarheid van gegevens voor hergebruik door andere entiteiten dan de partijen bij die overeenkomsten of andere praktijken te beperken, zijn verboden.

2.   In afwijking van lid 1 mag een exclusief recht op het hergebruik van de in dat lid bedoelde gegevens worden toegekend voor zover dat nodig is voor de verlening van een dienst of de levering van een product in het algemeen belang die anders niet mogelijk zou zijn.

3.   Een exclusief recht zoals bedoeld in lid 2 wordt verleend bij administratieve handeling of een contractuele regeling in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht of nationale recht en met inachtneming van de beginselen van transparantie, gelijke behandeling en non-discriminatie.

4.   Het exclusieve recht op hergebruik van gegevens wordt voor een periode van hoogstens twaalf maanden toegekend. Wanneer een overeenkomst wordt gesloten, is de duur van die overeenkomst dezelfde als die van de exclusiviteitsperiode.

5.   De toekenning van een exclusief recht op grond van de leden 2, 3 en 4, met inbegrip van de redenen waarom het noodzakelijk is een dergelijk recht toe te kennen, moet transparant zijn en online openbaar worden gemaakt, in een vorm die in overeenstemming is met het toepasselijke Unierecht inzake openbare aanbestedingen.

6.   Overeenkomsten of andere praktijken die onder het in lid 1 bedoelde verbod vallen, die niet voldoen aan de voorwaarden van de leden 2 en 3 en die zijn gesloten vóór 23 juni 2022, worden beëindigd aan het einde van de toepasselijke overeenkomst en in elk geval uiterlijk op 24 december 2024.

Artikel 31

Internationale toegang en doorgifte

1.   Het openbaar lichaam, de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het recht om gegevens te hergebruiken is toegekend uit hoofde van hoofdstuk II, de aanbieder van databemiddelingsdiensten of de erkende organisatie voor data-altruïsme treft alle redelijke technische, wettelijke en organisatorische maatregelen, waaronder contractuele regelingen, ter voorkoming van de internationale doorgifte van of toegang van de overheid tot in de Unie bijgehouden niet-persoonsgebonden gegevens, indien die doorgifte of toegang in strijd zou zijn met het Unierecht of het nationale recht van de betrokken lidstaat, een en ander onverminderd lid 2 of lid 3.

2.   Alle rechterlijke beslissingen en uitspraken in een derde land en alle besluiten van een administratieve autoriteit van een derde land op grond waarvan een openbaar lichaam, een natuurlijke of rechtspersoon aan wie het recht op hergebruik van gegevens is toegekend uit hoofde van hoofdstuk II, een aanbieder van databemiddelingsdiensten of een erkende organisatie voor data-altruïsme, binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende niet-persoonsgebonden gegevens die in de Unie worden bijgehouden, moet doorgeven of er toegang toe moet verlenen, worden alleen op enigerlei wijze erkend of zijn alleen op enigerlei wijze afdwingbaar indien zij gebaseerd zijn op een internationale overeenkomst, zoals een verdrag inzake wederzijdse rechtsbijstand, die van kracht is tussen het verzoekende derde land en de Unie of tussen het verzoekende derde land en een lidstaat.

3.   Indien er geen sprake is van een in lid 2 van dit artikel bedoelde internationale overeenkomst en indien een openbaar lichaam, een natuurlijke of rechtspersoon aan wie het recht op hergebruik van gegevens is toegekend uit hoofde van hoofdstuk II, een aanbieder van databemiddelingsdiensten of een erkende organisatie voor data-altruïsme de geadresseerde is van een rechterlijke beslissing of uitspraak in een derde land of van een besluit van een administratieve autoriteit van een derde land om binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende niet-persoonsgebonden gegevens die in de Unie worden bijgehouden door te geven of er toegang toe te verlenen, en de naleving ervan de geadresseerde een overtreding van het Unierecht of van het nationale recht van de betrokken lidstaat kan doen begaan, mag de doorgifte van of toegang tot die gegevens door die autoriteit van dat derde land alleen plaatsvinden indien:

a)

het systeem van het derde land voorschrijft dat de redenen voor en de evenredigheid van een dergelijke rechterlijke beslissing of uitspraak of een dergelijk besluit worden toegelicht, en dat die rechterlijke beslissing of uitspraak of dat besluit een specifiek karakter heeft, bijvoorbeeld door een voldoende verband te leggen met bepaalde verdachten of inbreuken;

b)

het gemotiveerde bezwaar van de geadresseerde getoetst wordt door een bevoegde rechterlijke instantie in het derde land, en

c)

de bevoegde rechterlijke instantie in het derde land die de rechterlijke beslissing neemt of de rechterlijke uitspraak doet of het besluit van een administratieve autoriteit toetst, uit hoofde van het recht van dat derde land gemachtigd is terdege rekening te houden met de relevante juridische belangen van de verstrekker van de gegevens die uit hoofde van het Unierecht of het nationale recht van de betrokken lidstaat worden beschermd.

4.   Als aan de voorwaarden van lid 2 of lid 3 is voldaan, moet het openbaar lichaam, de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het recht op hergebruik van gegevens is toegekend uit hoofde van hoofdstuk II, de aanbieder van databemiddelingsdiensten of de erkende organisatie voor data-altruïsme de hoeveelheid gegevens verstrekken die minimaal is toegestaan in antwoord op een verzoek, op basis van een redelijke interpretatie van het verzoek.

5.   Het openbaar lichaam, de natuurlijke rechtspersoon aan wie het recht op hergebruik van gegevens is toegekend uit hoofde van hoofdstuk II, de aanbieder van databemiddelingsdiensten en de erkende organisatie voor data-altruïsme stellen de gegevenshouder in kennis van het bestaan van een verzoek van een administratieve autoriteit in een derde land om toegang te krijgen tot zijn gegevens voordat aan dat verzoek wordt tegemoetgekomen, behalve indien het verzoek rechtshandhavingsdoeleinden heeft en dat voor zolang nodig is om de effectiviteit van de rechtshandhavingsactiviteit in stand te houden.

HOOFDSTUK VIII

Delegatie en comitéprocedure

Artikel 32

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 5, lid 13, en artikel 22, lid 1, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van 23 juni 2022.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 13, en artikel 22, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.   Een op grond van artikel 5, lid 13, of artikel 22, lid 1, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie heeft meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.


whereas









keyboard_arrow_down