search


keyboard_tab Digital Governance Act 2022/0868 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/0868 NL cercato: 'administratieve' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index administratieve:


whereas administratieve:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 594

 

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Deze verordening bevat:

a)

voorwaarden voor het hergebruik, in de Unie, van bepaalde gegevenscategorieën die in het bezit zijn van openbare lichamen;

b)

een aanmeldings- en toezichtskader voor het aanbieden van databemiddelingsdiensten;

c)

een kader voor de vrijwillige registratie van entiteiten die voor altruïstische doeleinden beschikbaar gestelde gegevens verzamelen en verwerken, en

d)

een kader voor de oprichting van een Europees Comité voor gegevensinnovatie.

2.   Deze verordening houdt voor openbare lichamen geen verplichting in om hergebruik van gegevens toe te staan, en het ontheft openbare lichamen niet van hun vertrouwelijkheidsverplichtingen uit hoofde van het Unierecht of het nationale recht.

Deze verordening doet geen afbreuk aan:

a)

specifieke bepalingen in het Unierecht of het nationale recht betreffende de toegang tot of het hergebruik van bepaalde gegevenscategorieën, met name wat betreft het verlenen van toegang tot en het openbaar maken van officiële documenten, en

b)

verplichtingen van openbare lichamen uit hoofde van het Unierecht of het nationale recht om hergebruik van gegevens toe te staan, noch aan vereisten met betrekking tot de verwerking van niet-persoonsgebonden gegevens.

Indien sectorspecifiek Unierecht of nationaal recht vereist dat openbare lichamen, aanbieders van databemiddelingsdiensten of erkende organisaties voor data-altruïsme moeten voldoen aan specifieke aanvullende technische, administratieve of organisatorische vereisten, onder meer via een vergunnings- of certificeringsregeling, zijn die bepalingen van dat sectorspecifieke Unierecht of nationale recht eveneens van toepassing. Dergelijke specifieke aanvullende vereisten zijn niet-discriminerend, evenredig en objectief gerechtvaardigd.

3.   Het Unierecht en het nationale recht inzake de bescherming van persoonsgegevens zijn van toepassing op alle persoonsgegevens die in verband met deze verordening worden verwerkt. Deze verordening doet met name geen afbreuk aan de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 en aan de Richtlijnen 2002/58/EG en (EU) 2016/680, met inbegrip van wat betreft de bevoegdheden van toezichthoudende autoriteiten. Indien deze verordening en het Unierecht inzake de bescherming van persoonsgegevens of het overeenkomstig dat Unierecht vastgestelde nationale recht tegenstrijdig zijn, prevaleert het relevante Unie- of nationale recht inzake de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening schept geen rechtsgrondslag voor de verwerking van persoonsgegevens en laat de rechten en verplichtingen die zijn vastgelegd in de Verordeningen (EU) 2016/679 of (EU) 2018/1725, of de Richtlijnen 2002/58/EG of (EU) 2016/680 onverlet.

4.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de toepassing van het mededingingsrecht.

5.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de lidstaten met betrekking tot hun activiteiten die verband houden met openbare veiligheid, defensie en nationale veiligheid.

Artikel 4

Verbod op exclusieve overeenkomsten

1.   Overeenkomsten of andere praktijken met betrekking tot het hergebruik van gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen en die in artikel 3, lid 1, vermelde gegevenscategorieën bevatten, waarbij exclusieve rechten worden toegekend of die tot doel of gevolg hebben dergelijke exclusieve rechten toe te kennen of de beschikbaarheid van gegevens voor hergebruik door andere entiteiten dan de partijen bij die overeenkomsten of andere praktijken te beperken, zijn verboden.

2.   In afwijking van lid 1 mag een exclusief recht op het hergebruik van de in dat lid bedoelde gegevens worden toegekend voor zover dat nodig is voor de verlening van een dienst of de levering van een product in het algemeen belang die anders niet mogelijk zou zijn.

3.   Een exclusief recht zoals bedoeld in lid 2 wordt verleend bij administratieve handeling of een contractuele regeling in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht of nationale recht en met inachtneming van de beginselen van transparantie, gelijke behandeling en non-discriminatie.

4.   Het exclusieve recht op hergebruik van gegevens wordt voor een periode van hoogstens twaalf maanden toegekend. Wanneer een overeenkomst wordt gesloten, is de duur van die overeenkomst dezelfde als die van de exclusiviteitsperiode.

5.   De toekenning van een exclusief recht op grond van de leden 2, 3 en 4, met inbegrip van de redenen waarom het noodzakelijk is een dergelijk recht toe te kennen, moet transparant zijn en online openbaar worden gemaakt, in een vorm die in overeenstemming is met het toepasselijke Unierecht inzake openbare aanbestedingen.

6.   Overeenkomsten of andere praktijken die onder het in lid 1 bedoelde verbod vallen, die niet voldoen aan de voorwaarden van de leden 2 en 3 en die zijn gesloten vóór 23 juni 2022, worden beëindigd aan het einde van de toepasselijke overeenkomst en in elk geval uiterlijk op 24 december 2024.

Artikel 11

Aanmelding door aanbieders van databemiddelingsdiensten

1.   Aanbieders van databemiddelingsdiensten die voornemens zijn de in artikel 10 bedoelde databemiddelingsdiensten te verlenen, melden dat aan de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit.

2.   Voor de toepassing van deze verordening wordt een aanbieder van databemiddelingsdiensten met vestigingen in meer dan een lidstaat geacht te vallen onder de jurisdictie van de lidstaat waar hij zijn hoofdvestiging heeft, onverminderd het Unierecht betreffende grensoverschrijdende schadevorderingen en de daarmee verband houdende procedures.

3.   Een aanbieder van databemiddelingsdiensten die niet in de Unie is gevestigd, maar de in artikel 10 bedoelde databemiddelingsdiensten aanbiedt in de Unie, wijst een wettelijke vertegenwoordiger aan in een van de lidstaten waarin die diensten worden aangeboden.

Met het oog op het waarborgen van de naleving van deze verordening wordt de wettelijke vertegenwoordiger door de aanbieder van databemiddelingsdiensten gemachtigd zodat de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten of de datasubjecten en gegevenshouders zich voor alles wat betreft de verleende databemiddelingsdiensten tot hem in de plaats van tot de aanbieder kunnen wenden, of tot beiden. De wettelijke vertegenwoordiger werkt samen met de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten en geeft hun op verzoek een uitvoerig overzicht van de maatregelen en voorzieningen die de aanbieder van databemiddelingsdiensten heeft genomen om de naleving van deze verordening te garanderen.

De aanbieder van databemiddelingsdiensten wordt geacht te vallen onder de jurisdictie van de lidstaat waar zijn wettelijke vertegenwoordiger is gevestigd. De aanwijzing van een wettelijke vertegenwoordiger door de aanbieder van databemiddelingsdiensten doet geen afbreuk aan eventuele rechtsvorderingen die tegen de aanbieder van databemiddelingsdiensten kunnen worden ingesteld.

4.   Na overeenkomstig lid 1 aanmelding te hebben gedaan mag de aanbieder van databemiddelingsdiensten van start gaan met zijn activiteiten, met inachtneming van de in dit hoofdstuk vastgestelde voorwaarden.

5.   De in lid 1 bedoelde aanmelding verleent de aanbieder van databemiddelingsdiensten het recht om in alle lidstaten databemiddelingsdiensten te verlenen.

6.   De in lid 1 bedoelde aanmelding bevat de volgende informatie:

a)

de naam van de aanbieder van databemiddelingsdiensten;

b)

de juridische status, de vorm, de eigendomsstructuur en de relevante dochterondernemingen van de aanbieder van databemiddelingsdiensten, en indien hij ingeschreven staat in een handelsregister of in een soortgelijk openbaar nationaal register, het registratienummer van de aanbieder van databemiddelingsdiensten;

c)

in voorkomend geval, het adres van de hoofdvestiging van de aanbieder van databemiddelingsdiensten in de Unie en, indien van toepassing, van alle filialen in andere lidstaten, of dat van de wettelijke vertegenwoordiger;

d)

een openbare website waarop volledige en actuele informatie over de aanbieder van databemiddelingsdiensten en de activiteiten te vinden is, met inbegrip van ten minste de in de punten a), b), c) en f) bedoelde informatie;

e)

de contactpersonen en contactgegevens van de aanbieder van databemiddelingsdiensten;

f)

een beschrijving van de databemiddelingsdienst die de aanbieder van databemiddelingsdiensten voornemens is te verlenen, en een aanduiding van de categorieën van artikel 10 waaronder een dergelijke databemiddelingsdienst valt;

g)

de vermoedelijke begindatum van de activiteit, indien die verschilt van de datum van de aanmelding.

7.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit zorgt ervoor dat de aanmeldingsprocedure niet-discriminerend en niet concurrentieverstorend is.

8.   Op verzoek van de aanbieder van databemiddelingsdiensten brengt de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit binnen een week nadat een behoorlijke en volledige aanmelding is gedaan, een gestandaardiseerde verklaring uit waarin wordt bevestigd dat de aanbieder van databemiddelingsdiensten de in lid 1 bedoelde aanmelding heeft gedaan en dat de aanmelding de in lid 6 bedoelde informatie bevat.

9.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit bevestigt op verzoek van de aanbieder van databemiddelingsdiensten dat de aanbieder van databemiddelingsdiensten voldoet aan dit artikel en aan artikel 12. Na ontvangst van die bevestiging mag die aanbieder van databemiddelingsdiensten het label “in de Unie erkende aanbieder van databemiddelingsdiensten” gebruiken in zijn schriftelijke en mondelinge communicatie, alsmede gebruikmaken van een gemeenschappelijk logo.

Om ervoor te zorgen dat in de Unie erkende aanbieders van databemiddelingsdiensten gemakkelijk herkenbaar zijn in de hele Unie, stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen een ontwerp voor het gemeenschappelijke logo vast. In de Unie erkende aanbieders van databemiddelingsdiensten brengen het gemeenschappelijke logo duidelijk zichtbaar aan op elke online- en offline-publicatie die verband houdt met hun databemiddelingsactiviteiten.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 33, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

10.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit stelt de Commissie onverwijld langs elektronische weg in kennis van elke nieuwe aanmelding. De Commissie houdt een openbaar register bij van alle aanbieders van databemiddelingsdiensten die hun diensten in de Unie verlenen, en werkt dat regelmatig bij. De in lid 6, punten a), b), c), d), f) en g), bedoelde informatie wordt in het openbaar register gepubliceerd.

11.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit kan overeenkomstig het nationale recht kosten aanrekenen voor de aanmelding. Die vergoedingen moeten evenredig en objectief zijn en gebaseerd zijn op de administratieve kosten voor het toezicht op de naleving en andere markttoezichtsactiviteiten van de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten in verband met aanmeldingen van aanbieders van databemiddelingsdiensten. De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit kan gereduceerde vergoedingen aanrekenen of kosteloze aanmelding toestaan voor kmo's en start-ups.

12.   Aanbieders van databemiddelingsdiensten delen alle wijzigingen in de op grond van lid 6 verstrekte informatie mee aan de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit binnen 14 dagen vanaf de datum van de wijziging.

13.   Een aanbieder van databemiddelingsdiensten die zijn activiteiten stopzet, stelt de relevante, op grond van de leden 1, 2 en 3 bepaalde, voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit daarvan binnen 15 dagen in kennis.

14.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit stelt de Commissie onverwijld langs elektronische weg in kennis van elke in de leden 12 en 13 bedoelde aanmelding. De Commissie werkt het openbaar register van aanbieders van databemiddelingsdiensten in de Unie dienovereenkomstig bij.

Artikel 14

Toezicht op de naleving

1.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten houden toezicht en oefenen controle uit op de naleving van de vereisten van dit hoofdstuk door de aanbieders van databemiddelingsdiensten. De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten kunnen ook op basis van een verzoek van een natuurlijke of rechtspersoon toezicht houden en controle uitoefenen op de naleving door aanbieders van databemiddelingsdiensten.

2.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten hebben de bevoegdheid om van aanbieders van databemiddelingsdiensten of hun wettelijke vertegenwoordigers alle informatie op te vragen die nodig is om na te gaan of aan de vereisten van dit hoofdstuk is voldaan. Een verzoek om informatie dient in verhouding te staan tot de uitvoering van de taak en dient te worden gemotiveerd.

3.   Indien de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit van oordeel is dat een aanbieder van databemiddelingsdiensten niet voldoet aan een of meer vereisten van dit hoofdstuk, stelt zij die aanbieder van databemiddelingsdiensten in kennis van die bevindingen en geeft zij hem de gelegenheid binnen 30 dagen na ontvangst van die kennisgeving zijn standpunt kenbaar te maken.

4.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit kan eisen dat de in lid 3 bedoelde inbreuk wordt gestopt, hetzij binnen een redelijke termijn, hetzij onmiddellijk bij een ernstige inbreuk, en neemt passende en evenredige maatregelen met het oog op het garanderen van de naleving. In dat opzicht zijn de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten waar passend bevoegd om:

a)

door middel van administratieve procedures, afschrikkende financiële sancties op te leggen, inclusief dwangsommen en sancties met terugwerkende kracht, of gerechtelijke procedures voor het opleggen van boetes in te stellen, of om beide te doen;

b)

te eisen dat de aanvang van de verlening van de databemiddelingsdienst wordt uitgesteld dan wel dat de verlening van de databemiddelingsdienst wordt geschorst, totdat de voorwaarden ervan zijn gewijzigd, zoals gevraagd door de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit, of

c)

te eisen dat de verlening van de databemiddelingsdienst wordt stopgezet indien ernstige of herhaalde inbreuken ondanks de voorafgaande kennisgeving overeenkomstig lid 3 niet zijn verholpen.

De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit verzoekt de Commissie de aanbieder van de databemiddelingsdienst uit het register van aanbieders van databemiddelingsdiensten te schrappen zodra zij overeenkomstig de eerste alinea, punt c), de stopzetting van de verlening van de databemiddelingsdienst heeft gelast.

Indien een aanbieder van databemiddelingsdiensten de inbreuken verhelpt, meldt hij dat opnieuw aan de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit. De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit stelt de Commissie in kennis van elke nieuwe aanmelding.

5.   Indien een niet in de Unie gevestigde aanbieder van databemiddelingsdiensten verzuimt een wettelijke vertegenwoordiger aan te wijzen of die wettelijke vertegenwoordiger verzuimt de nodige informatie te verstrekken waar de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit om heeft verzocht en waaruit ruimschoots blijkt dat deze verordening wordt nageleefd, kan de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit de aanvang van de verlening van de databemiddelingsdienst uitstellen dan wel de verlening van de databemiddelingsdienst schorsen, totdat de wettelijke vertegenwoordiger is aangewezen of de noodzakelijke informatie is verstrekt.

6.   De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten delen de op grond van leden 4 en 5 opgelegde maatregelen en de redenen daarvoor, alsook de noodzakelijke stappen die moeten worden ondernomen om de desbetreffende tekortkomingen weg te werken, onverwijld mee aan de betrokken aanbieder van databemiddelingsdiensten, en stellen een redelijke termijn vast, van ten hoogste dertig dagen, waarbinnen de aanbieder van databemiddelingsdiensten aan die maatregelen moet voldoen.

7.   Indien een aanbieder van databemiddelingsdiensten zijn hoofdvestiging of zijn wettelijke vertegenwoordiger in een lidstaat heeft maar diensten aanbiedt in andere lidstaten, werken de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de hoofdvestiging of wettelijke vertegenwoordiger zich bevindt en de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten van die andere lidstaten samen en verlenen zij elkaar bijstand. Die bijstand en samenwerking kunnen betrekking hebben op de uitwisseling van informatie tussen de betrokken voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten met het oog op hun taken uit hoofde van deze verordening en op gemotiveerde verzoeken om de in dit artikel bedoelde maatregelen te nemen.

Indien een voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit in een lidstaat om bijstand van een voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit in een andere lidstaat verzoekt, dient zij een gemotiveerd verzoek in. De voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteit antwoordt onverwijld en binnen een termijn die in verhouding staat tot de urgentie van het verzoek, op dat verzoek.

Alle informatie die naar aanleiding van de verzochte bijstand wordt uitgewisseld en wordt verstrekt uit hoofde van dit lid, wordt uitsluitend gebruikt ten behoeve van de aangelegenheid waarvoor zij werd gevraagd.

Artikel 31

Internationale toegang en doorgifte

1.   Het openbaar lichaam, de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het recht om gegevens te hergebruiken is toegekend uit hoofde van hoofdstuk II, de aanbieder van databemiddelingsdiensten of de erkende organisatie voor data-altruïsme treft alle redelijke technische, wettelijke en organisatorische maatregelen, waaronder contractuele regelingen, ter voorkoming van de internationale doorgifte van of toegang van de overheid tot in de Unie bijgehouden niet-persoonsgebonden gegevens, indien die doorgifte of toegang in strijd zou zijn met het Unierecht of het nationale recht van de betrokken lidstaat, een en ander onverminderd lid 2 of lid 3.

2.   Alle rechterlijke beslissingen en uitspraken in een derde land en alle besluiten van een administratieve autoriteit van een derde land op grond waarvan een openbaar lichaam, een natuurlijke of rechtspersoon aan wie het recht op hergebruik van gegevens is toegekend uit hoofde van hoofdstuk II, een aanbieder van databemiddelingsdiensten of een erkende organisatie voor data-altruïsme, binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende niet-persoonsgebonden gegevens die in de Unie worden bijgehouden, moet doorgeven of er toegang toe moet verlenen, worden alleen op enigerlei wijze erkend of zijn alleen op enigerlei wijze afdwingbaar indien zij gebaseerd zijn op een internationale overeenkomst, zoals een verdrag inzake wederzijdse rechtsbijstand, die van kracht is tussen het verzoekende derde land en de Unie of tussen het verzoekende derde land en een lidstaat.

3.   Indien er geen sprake is van een in lid 2 van dit artikel bedoelde internationale overeenkomst en indien een openbaar lichaam, een natuurlijke of rechtspersoon aan wie het recht op hergebruik van gegevens is toegekend uit hoofde van hoofdstuk II, een aanbieder van databemiddelingsdiensten of een erkende organisatie voor data-altruïsme de geadresseerde is van een rechterlijke beslissing of uitspraak in een derde land of van een besluit van een administratieve autoriteit van een derde land om binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende niet-persoonsgebonden gegevens die in de Unie worden bijgehouden door te geven of er toegang toe te verlenen, en de naleving ervan de geadresseerde een overtreding van het Unierecht of van het nationale recht van de betrokken lidstaat kan doen begaan, mag de doorgifte van of toegang tot die gegevens door die autoriteit van dat derde land alleen plaatsvinden indien:

a)

het systeem van het derde land voorschrijft dat de redenen voor en de evenredigheid van een dergelijke rechterlijke beslissing of uitspraak of een dergelijk besluit worden toegelicht, en dat die rechterlijke beslissing of uitspraak of dat besluit een specifiek karakter heeft, bijvoorbeeld door een voldoende verband te leggen met bepaalde verdachten of inbreuken;

b)

het gemotiveerde bezwaar van de geadresseerde getoetst wordt door een bevoegde rechterlijke instantie in het derde land, en

c)

de bevoegde rechterlijke instantie in het derde land die de rechterlijke beslissing neemt of de rechterlijke uitspraak doet of het besluit van een administratieve autoriteit toetst, uit hoofde van het recht van dat derde land gemachtigd is terdege rekening te houden met de relevante juridische belangen van de verstrekker van de gegevens die uit hoofde van het Unierecht of het nationale recht van de betrokken lidstaat worden beschermd.

4.   Als aan de voorwaarden van lid 2 of lid 3 is voldaan, moet het openbaar lichaam, de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het recht op hergebruik van gegevens is toegekend uit hoofde van hoofdstuk II, de aanbieder van databemiddelingsdiensten of de erkende organisatie voor data-altruïsme de hoeveelheid gegevens verstrekken die minimaal is toegestaan in antwoord op een verzoek, op basis van een redelijke interpretatie van het verzoek.

5.   Het openbaar lichaam, de natuurlijke rechtspersoon aan wie het recht op hergebruik van gegevens is toegekend uit hoofde van hoofdstuk II, de aanbieder van databemiddelingsdiensten en de erkende organisatie voor data-altruïsme stellen de gegevenshouder in kennis van het bestaan van een verzoek van een administratieve autoriteit in een derde land om toegang te krijgen tot zijn gegevens voordat aan dat verzoek wordt tegemoetgekomen, behalve indien het verzoek rechtshandhavingsdoeleinden heeft en dat voor zolang nodig is om de effectiviteit van de rechtshandhavingsactiviteit in stand te houden.

HOOFDSTUK VIII

Delegatie en comitéprocedure


whereas









keyboard_arrow_down