search


keyboard_tab Cyber Resilience Act 2023/2841 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2023/2841 NL cercato: 'verwerking' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index verwerking:


whereas verwerking:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 399

 

Artikel 4

verwerking van persoonsgegevens

1.   De verwerking van persoonsgegevens door CERT-EU, de op grond van artikel 10 opgerichte interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging en de entiteiten van de Unie in het kader van deze verordening geschiedt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.

2.   Wanneer zij taken of verplichtingen op grond van deze verordening vervullen, mogen CERT-EU, de op grond van artikel 10 opgerichte interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging en de entiteiten van de Unie persoonsgegevens slechts verwerken en uitwisselen voor zover dat noodzakelijk is en alleen met het oog op het vervullen van die taken of verplichtingen.

3.   De verwerking van bijzondere categorieën persoonsgegevens als bedoeld in artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 wordt noodzakelijk geacht om redenen van zwaarwegend algemeen belang op grond van artikel 10, lid 2, punt g), van die verordening. Dergelijke gegevens mogen alleen worden verwerkt voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de in de artikelen 6 en 8 bedoelde maatregelen voor het beheer van cyberbeveiligingsrisico’s, voor de verlening van diensten door CERT-EU op grond van artikel 13, voor het delen van incidentspecifieke informatie op grond van artikel 17, lid 3, en artikel 18, lid 3, voor het delen van informatie op grond van artikel 20, voor de rapportageverplichtingen op grond van artikel 21, voor coördinatie en samenwerking bij incidentenbehandeling op grond van artikel 22 en voor het beheer van ernstige incidenten op grond van artikel 23 van deze verordening. Wanneer de entiteiten van de Unie en CERT-EU optreden als verwerkingsverantwoordelijken, passen zij technische maatregelen toe om te voorkomen dat bijzondere categorieën persoonsgegevens voor andere doeleinden worden verwerkt en voorzien zij in passende en specifieke maatregelen om de grondrechten en de belangen van de betrokkenen te beschermen.

HOOFDSTUK II

MAATREGELEN VOOR EEN HOOG GEZAMENLIJK NIVEAU VAN CYBERBEVEILIGING

Artikel 18

Samenwerking van CERT-EU met andere tegenhangers

1.   CERT-EU kan met andere tegenhangers in de Unie samenwerken dan de in artikel 17 bedoelde tegenhangers die onderworpen zijn aan cyberbeveiligingsvereisten van de Unie, met inbegrip van bedrijfstakspecifieke tegenhangers, inzake instrumenten en methoden, zoals technieken, tactiek, procedures en beste praktijken, en cyberdreigingen en kwetsbaarheden. Voor iedere samenwerking met dergelijke tegenhangers verzoekt CERT-EU per geval vooraf om de goedkeuring van de IICB. Wanneer CERT-EU met dergelijke tegenhangers een samenwerking aangaat, informeert het de in artikel 17, lid 1, bedoelde tegenhangers in de lidstaat waar de instantie is gevestigd. Waar dit toepasselijk en gepast is, worden die samenwerking en de voorwaarden daarvan, onder meer met betrekking tot cyberbeveiliging, gegevensbescherming en informatieverwerking, vastgelegd in specifieke geheimhoudingsregelingen zoals overeenkomsten of administratieve regelingen. Voor de geheimhoudingsregelingen is geen voorafgaande goedkeuring van de IICB nodig, maar de voorzitter van de IICB wordt ervan op de hoogte gebracht. Indien het dringend noodzakelijk is om informatie over cyberbeveiliging uit te wisselen in het belang van entiteiten van de Unie of een andere partij, kan CERT-EU dit doen met een entiteit waarvan de specifieke bevoegdheid, capaciteit en deskundigheid aantoonbaar vereist zijn om bijstand te verlenen bij een dergelijke dringende noodzaak, ook al heeft CERT-EU geen geheimhoudingsregeling met die entiteit. In dergelijke gevallen brengt CERT-EU de voorzitter van de IICB onmiddellijk op de hoogte en brengt het verslag uit aan de IICB door middel van regelmatige verslagen of vergaderingen.

2.   CERT-EU kan samenwerken met partners, zoals commerciële entiteiten, met inbegrip van bedrijfstakspecifieke entiteiten, internationale organisaties en nationale entiteiten van buiten de Unie of individuele deskundigen, om informatie te verzamelen over algemene en specifieke cyberdreigingen, bijna-incidenten, kwetsbaarheden en mogelijke tegenmaatregelen. Voor verdere samenwerking met deze partners verzoekt CERT-EU per geval vooraf om de goedkeuring van de IICB.

3.   CERT-EU kan, met toestemming van de door een incident getroffen entiteit van de Unie en op voorwaarde dat er met de betrokken tegenhanger of partner een geheimhoudingsregeling of -overeenkomst is gesloten, informatie over het specifieke incident verstrekken aan de in de leden 1 en 2 bedoelde tegenhangers of partners, louter om hen te helpen bij hun analyse.

HOOFDSTUK V

SAMENWERKING EN VERSLAGLEGGINGSVERPLICHTINGEN

Artikel 19

Informatieverwerking

1.   De entiteiten van de Unie en CERT-EU nemen de geheimhoudingsplicht in acht overeenkomstig artikel 339 VWEU of gelijkwaardige toepasselijke kaders.

2.   Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (10) is van toepassing op verzoeken om toegang van het publiek tot documenten die berusten bij CERT-EU, met inbegrip van de verplichting uit hoofde van die verordening om andere entiteiten van de Unie of, in voorkomend geval, de lidstaten te raadplegen indien een verzoek betrekking heeft op hun documenten.

3.   De entiteiten van de Unie en CERT-EU verwerken informatie in overeenstemming met de toepasselijke regels inzake informatiebeveiliging.

Artikel 20

Informatie-uitwisselingsregelingen op het gebied van cyberbeveiliging

1.   De entiteiten van de Unie kunnen CERT-EU op vrijwillige basis in kennis stellen van en informatie verstrekken over incidenten, cyberdreigingen, bijna-incidenten en kwetsbaarheden met gevolgen voor hen. CERT-EU zorgt ervoor dat het over efficiënte communicatiemiddelen met een hoge mate van traceerbaarheid, vertrouwelijkheid en betrouwbaarheid beschikt om informatie-uitwisseling met de entiteiten van de Unie te vergemakkelijken. Bij het verwerken van kennisgevingen kan CERT-EU voorrang geven aan de verwerking van verplichte boven vrijwillige kennisgevingen. Onverminderd artikel 12 mag vrijwillige kennisgeving er niet toe leiden dat de kennisgevende entiteit van de Unie aanvullende verplichtingen worden opgelegd waaraan zij niet onderworpen zou zijn geweest indien zij de kennisgeving niet had gedaan.

2.   Om zijn missie en taken op grond van artikel 13 uit te voeren, kan CERT-EU entiteiten van de Unie verzoeken informatie uit hun respectieve ICT-systeeminventarissen te verstrekken, met inbegrip van informatie over cyberdreigingen, bijna-incidenten, kwetsbaarheden, indicatoren voor aantasting, cyberbeveiligingswaarschuwingen en aanbevelingen betreffende de configuratie van cyberbeveiligingsinstrumenten om incidenten te detecteren. De aangezochte entiteit van de Unie zendt de verlangde informatie en bijbehorende actualiseringen daarvan onverwijld toe.

3.   CERT-EU kan met entiteiten van de Unie incidentspecifieke informatie uitwisselen die de identiteit van de door het incident getroffen entiteit van de Unie onthult, mits de getroffen entiteit van de Unie daarin toestemt. Wanneer een entiteit van de Unie haar toestemming weigert, verstrekt zij CERT-EU de redenen voor dat besluit.

4.   De entiteiten van de Unie wisselen op verzoek informatie uit met het Europees Parlement en de Raad over de voltooiing van de cyberbeveiligingsplannen.

5.   De IICB of CERT-EU, naargelang het geval, deelt op verzoek richtsnoeren, aanbevelingen en oproepen tot actie met het Europees Parlement en de Raad.

6.   De in dit artikel vastgestelde deelverplichtingen gelden niet voor:

a)

EUCI;

b)

informatie waarvan de verdere verspreiding is uitgesloten door middel van een zichtbare markering, tenzij het delen daarvan met CERT-EU uitdrukkelijk is toegestaan.

Artikel 26

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 13 december 2023.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

P. NAVARRO RÍOS


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 21 november 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 december 2023.

(2)  Richtlijn (EU) 2022/2555 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Richtlijn (EU) 2018/1972 en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2016/1148 (NIS 2-richtlijn) (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 80).

(3)  Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake Enisa (het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging), en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013 (de cyberbeveiligingsverordening) (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 15).

(4)  Regeling tussen het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank, de Europese Rekenkamer, de Europese Dienst voor extern optreden, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Europees Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank betreffende de organisatie en het functioneren van een computercrisisteam voor de instellingen, organen en instanties van de Unie (CERT-EU) (PB C 12 van 13.1.2018, blz. 1).

(5)  Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1).

(6)  Aanbeveling (EU) 2017/1584 van de Commissie van 13 september 2017 inzake een gecoördineerde respons op grootschalige cyberincidenten en -crises (PB L 239 van 19.9.2017, blz. 36).

(7)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(8)   PB C 258 van 5.7.2022, blz. 10.

(9)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(10)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2841/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)



whereas









keyboard_arrow_down