search


keyboard_tab Cyber Resilience Act 2023/2841 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2023/2841 NL cercato: 'parlement' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index parlement:

    HOOFDSTUK I
    ALGEMENE BEPALINGEN

    HOOFDSTUK II
    MAATREGELEN VOOR EEN HOOG GEZAMENLIJK NIVEAU VAN CYBERBEVEILIGING

    HOOFDSTUK III
    INTERINSTITUTIONELE RAAD VOOR CYBERBEVEILIGING

    HOOFDSTUK IV
    CERT-EU

    HOOFDSTUK V
    SAMENWERKING EN VERSLAGLEGGINGSVERPLICHTINGEN

    HOOFDSTUK VI
    SLOTBEPALINGEN


whereas parlement:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 536

 

Artikel 10

Interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging

1.   Er wordt een interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging (IICB) opgericht.

2.   De IICB is verantwoordelijk voor:

a)

het toezicht op en de ondersteuning van de uitvoering van deze verordening door de entiteiten van de Unie;

b)

het toezicht op de uitvoering van de algemene prioriteiten en doelstellingen door CERT-EU en het geven van strategische leiding aan CERT-EU.

3.   De IICB bestaat uit:

a)

één vertegenwoordiger die wordt aangewezen door elk van de volgende partijen:

i)

het Europees parlement;

ii)

de Europese Raad;

iii)

de Raad van de Europese Unie;

iv)

de Commissie;

v)

het Hof van Justitie van de Europese Unie;

vi)

de Europese Centrale Bank;

vii)

de Rekenkamer;

viii)

de Europese Dienst voor extern optreden;

ix)

het Europees Economisch en Sociaal Comité;

x)

het Europees Comité van de Regio’s;

xi)

de Europese Investeringsbank;

xii)

het Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging;

xiii)

Enisa;

xiv)

de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

xv)

het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma;

b)

drie vertegenwoordigers die door het netwerk van EU-agentschappen (EUAN) op basis van een voorstel van zijn adviescomité voor ICT worden aangewezen om de belangen te behartigen van andere dan de in punt a) bedoelde organen en instanties van de Unie die hun eigen ICT-omgeving beheren.

De in de IICB vertegenwoordigde entiteiten van de Unie streven naar genderevenwicht onder de aangewezen vertegenwoordigers.

4.   De leden van de IICB kunnen door een plaatsvervanger worden bijgestaan. Andere vertegenwoordigers van de in lid 3 bedoelde entiteiten van de Unie of van andere entiteiten van de Unie kunnen door de voorzitter worden uitgenodigd om zonder stemrecht aan IICB-vergaderingen deel te nemen.

5.   Het hoofd van CERT-EU en de voorzitters van de samenwerkingsgroep, het CSIRT-netwerk en EU-CyCLONe, respectievelijk opgericht op grond van de artikelen 14, 15 en 16 van Richtlijn (EU) 2022/2555, of hun plaatsvervangers, kunnen als waarnemer deelnemen aan IICB-vergaderingen. In uitzonderlijke gevallen kan de IICB overeenkomstig zijn reglement van orde anders beslissen.

6.   De IICB stelt zijn reglement van orde vast.

7.   De IICB wijst overeenkomstig zijn reglement van orde uit zijn leden een voorzitter aan voor een periode van drie jaar. De plaatsvervanger van de voorzitter wordt voor dezelfde duur volwaardig lid van de IICB.

8.   De IICB komt ten minste driemaal per jaar bijeen op initiatief van zijn voorzitter, op verzoek van CERT-EU of op verzoek van een van zijn leden.

9.   Elk lid van de IICB heeft één stem. Tenzij in deze verordening anders is bepaald, worden de besluiten van de IICB genomen met gewone meerderheid. De voorzitter van de IICB heeft uitsluitend stemrecht bij staking van de stemmen; in dat geval geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

10.   De IICB kan handelen door middel van een vereenvoudigde schriftelijke procedure conform zijn reglement van orde. Op grond van die procedure wordt het desbetreffende besluit geacht binnen de door de voorzitter vastgestelde termijn te zijn goedgekeurd, tenzij een lid bezwaar maakt.

11.   Het secretariaat van de IICB wordt verzorgd door de Commissie en legt verantwoording af aan de voorzitter van de IICB.

12.   De door het EUAN benoemde vertegenwoordigers brengen de besluiten van de IICB over aan de leden van het EUAN. Leden van het EUAN mogen iedere kwestie die zij voor de IICB van belang achten, aan die vertegenwoordigers of de voorzitter van de IICB voorleggen.

13.   De IICB kan een uitvoerend comité oprichten om hem bij zijn werkzaamheden bij te staan, en een aantal van zijn taken en bevoegdheden daaraan delegeren. De IICB stelt het reglement van orde van het uitvoerend comité vast, met inbegrip van de taken en bevoegdheden van dat comité en de ambtstermijn van de leden daarvan.

14.   Uiterlijk op 8 januari 2025 en vervolgens jaarlijks dient de IICB bij het Europees parlement en de Raad een verslag in over de vooruitgang die bij de uitvoering van deze verordening is geboekt, waarin met name de mate van samenwerking van CERT-EU met tegenhangers in de lidstaten in elk van de lidstaten wordt gespecificeerd. Het verslag dient als input voor het tweejaarlijkse verslag over de stand van zaken op het gebied van de cyberbeveiliging in de Unie dat op grond van artikel 18 van Richtlijn (EU) 2022/2555 wordt opgesteld.

Artikel 15

Hoofd van CERT-EU

1.   De Commissie benoemt met goedkeuring door een tweederdemeerderheid van de leden van de IICB het hoofd van CERT-EU. De IICB wordt geraadpleegd in alle stadia van de benoemingsprocedure, in het bijzonder bij het opstellen van vacatureberichten, de beoordeling van de sollicitaties en de benoeming van de selectiecomités voor de functie. De selectieprocedure, met inbegrip van de definitieve shortlist van kandidaten waaruit het hoofd van CERT-EU zal worden benoemd, zorgt voor een eerlijke vertegenwoordiging van elk gender, rekening houdend met de ingediende sollicitaties.

2.   Het hoofd van CERT-EU is verantwoordelijk voor het goed functioneren van CERT-EU en handelt binnen de grenzen van zijn of haar rol, onder de leiding van de IICB. Het hoofd van CERT-EU brengt regelmatig verslag uit aan de voorzitter van de IICB en dient desgevraagd ad-hocverslagen in bij de IICB.

3.   Het hoofd van CERT-EU verleent de bevoegde gedelegeerd ordonnateur bijstand bij het opstellen van het overeenkomstig artikel 74, lid 9, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees parlement en de Raad (9) opgestelde jaarlijks activiteitenverslag, dat financiële en beheersinformatie, inclusief de resultaten van controles, bevat, en brengt regelmatig verslag uit aan de bevoegde gedelegeerd ordonnateur over de uitvoering van maatregelen waarvoor aan het hoofd van CERT-EU bevoegdheden zijn gesubdelegeerd.

4.   Het hoofd van CERT-EU stelt jaarlijks een financiële planning op van de administratieve ontvangsten en uitgaven voor de activiteiten van CERT-EU, een voorgesteld jaarlijks werkprogramma, een voorgestelde dienstencatalogus voor CERT-EU, voorgestelde herzieningen van de dienstencatalogus, voorgestelde regelingen voor dienstenniveauovereenkomsten en voorgestelde kernprestatie-indicatoren voor CERT-EU, die overeenkomstig artikel 11 door de IICB moeten worden goedgekeurd. Bij de herziening van de lijst van diensten in de dienstencatalogus van CERT-EU houdt het hoofd van CERT-EU rekening met de aan CERT-EU toegewezen middelen.

5.   Het hoofd van CERT-EU brengt ten minste eenmaal per jaar verslag uit aan de IICB en de voorzitter ervan over de activiteiten en de prestaties van CERT-EU gedurende de referentieperiode, onder meer met betrekking tot de uitvoering van de begroting, gesloten dienstenniveauovereenkomsten en schriftelijke overeenkomsten, de samenwerking met tegenhangers en partners, en de dienstreizen van personeel, met inbegrip van de in artikel 11 bedoelde verslagen. Die verslagen bevatten een werkprogramma voor de volgende periode, de financiële planning van ontvangsten en uitgaven, met inbegrip van personeel, geplande actualiseringen van de dienstencatalogus van CERT-EU en een beoordeling van het verwachte effect dat dergelijke actualiseringen kunnen hebben op het gebied van financiële en personele middelen.

Artikel 19

Informatieverwerking

1.   De entiteiten van de Unie en CERT-EU nemen de geheimhoudingsplicht in acht overeenkomstig artikel 339 VWEU of gelijkwaardige toepasselijke kaders.

2.   Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees parlement en de Raad (10) is van toepassing op verzoeken om toegang van het publiek tot documenten die berusten bij CERT-EU, met inbegrip van de verplichting uit hoofde van die verordening om andere entiteiten van de Unie of, in voorkomend geval, de lidstaten te raadplegen indien een verzoek betrekking heeft op hun documenten.

3.   De entiteiten van de Unie en CERT-EU verwerken informatie in overeenstemming met de toepasselijke regels inzake informatiebeveiliging.

Artikel 20

Informatie-uitwisselingsregelingen op het gebied van cyberbeveiliging

1.   De entiteiten van de Unie kunnen CERT-EU op vrijwillige basis in kennis stellen van en informatie verstrekken over incidenten, cyberdreigingen, bijna-incidenten en kwetsbaarheden met gevolgen voor hen. CERT-EU zorgt ervoor dat het over efficiënte communicatiemiddelen met een hoge mate van traceerbaarheid, vertrouwelijkheid en betrouwbaarheid beschikt om informatie-uitwisseling met de entiteiten van de Unie te vergemakkelijken. Bij het verwerken van kennisgevingen kan CERT-EU voorrang geven aan de verwerking van verplichte boven vrijwillige kennisgevingen. Onverminderd artikel 12 mag vrijwillige kennisgeving er niet toe leiden dat de kennisgevende entiteit van de Unie aanvullende verplichtingen worden opgelegd waaraan zij niet onderworpen zou zijn geweest indien zij de kennisgeving niet had gedaan.

2.   Om zijn missie en taken op grond van artikel 13 uit te voeren, kan CERT-EU entiteiten van de Unie verzoeken informatie uit hun respectieve ICT-systeeminventarissen te verstrekken, met inbegrip van informatie over cyberdreigingen, bijna-incidenten, kwetsbaarheden, indicatoren voor aantasting, cyberbeveiligingswaarschuwingen en aanbevelingen betreffende de configuratie van cyberbeveiligingsinstrumenten om incidenten te detecteren. De aangezochte entiteit van de Unie zendt de verlangde informatie en bijbehorende actualiseringen daarvan onverwijld toe.

3.   CERT-EU kan met entiteiten van de Unie incidentspecifieke informatie uitwisselen die de identiteit van de door het incident getroffen entiteit van de Unie onthult, mits de getroffen entiteit van de Unie daarin toestemt. Wanneer een entiteit van de Unie haar toestemming weigert, verstrekt zij CERT-EU de redenen voor dat besluit.

4.   De entiteiten van de Unie wisselen op verzoek informatie uit met het Europees parlement en de Raad over de voltooiing van de cyberbeveiligingsplannen.

5.   De IICB of CERT-EU, naargelang het geval, deelt op verzoek richtsnoeren, aanbevelingen en oproepen tot actie met het Europees parlement en de Raad.

6.   De in dit artikel vastgestelde deelverplichtingen gelden niet voor:

a)

EUCI;

b)

informatie waarvan de verdere verspreiding is uitgesloten door middel van een zichtbare markering, tenzij het delen daarvan met CERT-EU uitdrukkelijk is toegestaan.

Artikel 25

Evaluatie

1.   Uiterlijk op 8 januari 2025 en daarna jaarlijks brengt de IICB, met de hulp van CERT-EU, verslag uit aan de Commissie over de uitvoering van deze verordening. De IICB kan aanbevelingen doen aan de Commissie om deze verordening te evalueren.

2.   Uiterlijk op 8 januari 2027 en vervolgens om de twee jaar beoordeelt de Commissie de uitvoering van deze verordening en de ervaring die op strategisch en operationeel niveau is opgedaan en brengt zij hierover verslag uit aan het Europees parlement en de Raad.

Het in de eerste alinea van dit lid bedoelde verslag bevat de in artikel 16, lid 1, bedoelde evaluatie van de mogelijkheid om CERT-EU als bureau van de Unie aan te duiden.

3.   Uiterlijk op 8 januari 2029 evalueert de Commissie de werking van deze verordening en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s. De Commissie beoordeelt ook of het passend is netwerk- en informatiesystemen waarin EUCI wordt verwerkt, in het toepassingsgebied van deze verordening op te nemen, rekening houdend met andere wetgevingshandelingen van de Unie die op die systemen van toepassing zijn. Dat verslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

Artikel 26

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 13 december 2023.

Voor het Europees parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

P. NAVARRO RÍOS


(1)  Standpunt van het Europees parlement van 21 november 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 december 2023.

(2)  Richtlijn (EU) 2022/2555 van het Europees parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Richtlijn (EU) 2018/1972 en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2016/1148 (NIS 2-richtlijn) (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 80).

(3)  Verordening (EU) 2019/881 van het Europees parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake Enisa (het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging), en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013 (de cyberbeveiligingsverordening) (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 15).

(4)  Regeling tussen het Europees parlement, de Europese Raad, de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank, de Europese Rekenkamer, de Europese Dienst voor extern optreden, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Europees Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank betreffende de organisatie en het functioneren van een computercrisisteam voor de instellingen, organen en instanties van de Unie (CERT-EU) (PB C 12 van 13.1.2018, blz. 1).

(5)  Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1).

(6)  Aanbeveling (EU) 2017/1584 van de Commissie van 13 september 2017 inzake een gecoördineerde respons op grootschalige cyberincidenten en -crises (PB L 239 van 19.9.2017, blz. 36).

(7)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(8)   PB C 258 van 5.7.2022, blz. 10.

(9)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(10)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2841/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)



whereas









keyboard_arrow_down