search


keyboard_tab Cyber Resilience Act 2023/2841 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2023/2841 NL cercato: 'samenwerken' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index samenwerken:


whereas samenwerken:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 384

 

Artikel 7

Maturiteitsbeoordelingen van de cyberbeveiliging

1.   Uiterlijk op 8 juli 2025 en daarna ten minste om de twee jaar voert elke entiteit van de Unie een maturiteitsbeoordeling van de cyberbeveiliging uit die alle elementen van haar ICT-omgeving omvat.

2.   De maturiteitsbeoordelingen van de cyberbeveiliging worden zo nodig uitgevoerd met bijstand van een gespecialiseerde derde partij.

3.   Entiteiten van de Unie met soortgelijke structuren kunnen samenwerken bij de uitvoering van maturiteitsbeoordelingen van de cyberbeveiliging van hun respectieve entiteiten.

4.   Op basis van een verzoek van de op grond van artikel 10 opgerichte interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging en met de uitdrukkelijke toestemming van de betrokken entiteit van de Unie kunnen de resultaten van een maturiteitsbeoordeling van de cyberbeveiliging worden besproken in die raad of in de informele groep van lokale cyberbeveiligingsfunctionarissen, om lering te trekken uit ervaringen en beste praktijken te delen.

Artikel 13

Missie en taken van CERT-EU

1.   De missie van CERT-EU bestaat erin bij te dragen tot de beveiliging van de niet-gerubriceerde ICT-omgeving van de entiteiten van de Unie door ze te adviseren over cyberbeveiliging, door ze te helpen incidenten te voorkomen, op te sporen, te behandelen, te beperken, daarop te reageren en daarvan te herstellen, en door op te treden als knooppunt voor hun informatie-uitwisseling inzake cyberbeveiliging en responscoördinatie bij incidenten.

2.   CERT-EU verzamelt, beheert, analyseert en deelt informatie met de entiteiten van de Unie over cyberdreigingen, kwetsbaarheden en incidenten in niet-gerubriceerde ICT-infrastructuur. Het coördineert de respons op incidenten op interinstitutioneel niveau en op het niveau van de entiteiten van de Unie, onder meer door gespecialiseerde operationele bijstand te verlenen of te coördineren.

3.   CERT-EU verricht de volgende taken om de entiteiten van de Unie bij te staan:

a)

het ondersteunt ze bij de uitvoering van deze verordening en draagt bij tot de coördinatie van de uitvoering van deze verordening door middel van de in artikel 14, lid 1, vermelde maatregelen of via door de IICB gevraagde ad-hocverslagen;

b)

het biedt standaard CSIRT-diensten aan de entiteiten van de Unie door middel van een in zijn dienstencatalogus beschreven pakket cyberbeveiligingsdiensten (basisniveaudiensten);

c)

het onderhoudt een netwerk van soortgelijke organisaties en partners ter ondersteuning van de in de artikelen 17 en 18 bedoelde diensten;

d)

het brengt problemen betreffende de uitvoering van deze verordening en de uitvoering van richtsnoeren, aanbevelingen en oproepen tot actie onder de aandacht van de IICB;

e)

het draagt op basis van de in lid 2 bedoelde informatie bij tot het situatiebewustzijn van de Unie op het gebied van cyberbeveiliging, in nauwe samenwerking met Enisa;

f)

het coördineert het beheer van ernstige incidenten;

g)

het handelt namens entiteiten van de Unie als equivalent van de coördinator die is aangewezen met het oog op de gecoördineerde bekendmaking van kwetsbaarheden op grond artikel 12, lid 1, van Richtlijn (EU) 2022/2555;

h)

het gaat op verzoek van een entiteit van de Unie over tot het proactief en niet-intrusief scannen van openbaar toegankelijke netwerk- en informatiesystemen van die entiteit van de Unie.

De in de eerste alinea, punt e), bedoelde informatie wordt, indien van toepassing en gepast, gedeeld met de IICB, het CSIRT-netwerk en het Inlichtingen- en situatiecentrum van de Europese Unie (EU-Intcen); daarbij worden passende geheimhoudingsvoorwaarden in acht genomen.

4.   CERT-EU kan overeenkomstig artikel 17 of artikel 18, naargelang het geval, samenwerken met relevante cyberbeveiligingsgemeenschappen binnen de Unie en haar lidstaten, onder meer op de volgende gebieden:

a)

paraatheid, incidentcoördinatie, informatie-uitwisseling en crisisrespons op technisch niveau in gevallen die met de entiteiten van de Unie verband houden;

b)

operationele samenwerking inzake het CSIRT-netwerk, ook betreffende wederzijdse bijstand;

c)

inlichtingen inzake cyberdreigingen, inclusief situatiebewustzijn;

d)

elk ander onderwerp waarvoor de technische deskundigheid op het gebied van cyberbeveiliging van CERT-EU vereist is.

5.   Binnen het kader van zijn bevoegdheid onderhoudt CERT-EU gestructureerde samenwerking met Enisa met betrekking tot capaciteitsopbouw, operationele samenwerking en strategische langetermijnanalyses van cyberdreigingen, overeenkomstig Verordening (EU) 2019/881. CERT-EU kan samenwerken en informatie uitwisselen met het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit van Europol.

6.   CERT-EU kan de volgende diensten aanbieden die niet in de dienstencatalogus zijn beschreven (aangerekende diensten):

a)

andere dan de in lid 3 bedoelde diensten ter ondersteuning van de cyberbeveiliging van de ICT-omgeving van de entiteiten van de Unie, op basis van dienstenniveauovereenkomsten en afhankelijk van de beschikbaarheid van middelen, met name brede netwerkmonitoring, met inbegrip van continue eerstelijnsmonitoring voor zeer ernstige cyberdreigingen;

b)

andere diensten dan diensten ter bescherming van de ICT-omgeving van de entiteiten van de Unie, ter ondersteuning van hun cyberbeveiligingsoperaties of -projecten, op basis van schriftelijke overeenkomsten en met voorafgaande goedkeuring van de IICB;

c)

op verzoek, het proactief scannen van de netwerk- en informatiesystemen van de betrokken entiteit van de Unie om kwetsbaarheden met mogelijk aanzienlijke gevolgen op te sporen;

d)

diensten ter ondersteuning van de beveiliging van de ICT-omgeving van andere organisaties dan de entiteiten van de Unie, die nauw met de entiteiten van de Unie samenwerken, bijvoorbeeld omdat zij taken of verantwoordelijkheden uit hoofde van Unierecht vervullen, op basis van schriftelijke overeenkomsten en met voorafgaande goedkeuring van de IICB.

Met betrekking tot de eerste alinea, punt d), kan CERT-EU bij wijze van uitzondering met voorafgaande toestemming van de IICB dienstenniveauovereenkomsten sluiten met andere entiteiten dan de entiteiten van de Unie.

7.   CERT-EU organiseert cyberbeveiligingsoefeningen en kan eraan deelnemen of deelname aan bestaande oefeningen aanbevelen, in voorkomend geval in nauwe samenwerking met Enisa, om het cyberbeveiligingsniveau van de entiteiten van de Unie te testen.

8.   CERT-EU kan de entiteiten van de Unie bijstaan bij incidenten in netwerk- en informatiesystemen die EUCI verwerken, indien de betrokken entiteiten van de Unie daar uitdrukkelijk om verzoeken overeenkomstig hun respectieve procedures. Het verlenen van bijstand door CERT-EU uit hoofde van dit lid laat de toepasselijke regels inzake de bescherming van gerubriceerde informatie onverlet.

9.   CERT-EU informeert de entiteiten van de Unie over zijn procedures en processen voor incidentenbehandeling.

10.   CERT-EU draagt, met een hoog niveau van vertrouwelijkheid en betrouwbaarheid, via de passende samenwerkingsmechanismen en rapportagelijnen bij tot relevante en geanonimiseerde informatie over ernstige incidenten en de wijze waarop deze werden afgehandeld. Die informatie wordt opgenomen in het in artikel 10, lid 14, bedoelde verslag.

11.   Bij de aanpak van incidenten die leiden tot inbreuken in verband met persoonsgegevens, ondersteunt CERT-EU de betrokken entiteiten van de Unie, in samenwerking met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, onverminderd de bevoegdheid en taken van die Toezichthouder als toezichthoudende autoriteit uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725.

12.   CERT-EU kan, indien de beleidsafdelingen van de entiteiten van de Unie daar uitdrukkelijk om verzoeken, technisch advies of technische input verstrekken voor relevante beleidskwesties.

Artikel 18

Samenwerking van CERT-EU met andere tegenhangers

1.   CERT-EU kan met andere tegenhangers in de Unie samenwerken dan de in artikel 17 bedoelde tegenhangers die onderworpen zijn aan cyberbeveiligingsvereisten van de Unie, met inbegrip van bedrijfstakspecifieke tegenhangers, inzake instrumenten en methoden, zoals technieken, tactiek, procedures en beste praktijken, en cyberdreigingen en kwetsbaarheden. Voor iedere samenwerking met dergelijke tegenhangers verzoekt CERT-EU per geval vooraf om de goedkeuring van de IICB. Wanneer CERT-EU met dergelijke tegenhangers een samenwerking aangaat, informeert het de in artikel 17, lid 1, bedoelde tegenhangers in de lidstaat waar de instantie is gevestigd. Waar dit toepasselijk en gepast is, worden die samenwerking en de voorwaarden daarvan, onder meer met betrekking tot cyberbeveiliging, gegevensbescherming en informatieverwerking, vastgelegd in specifieke geheimhoudingsregelingen zoals overeenkomsten of administratieve regelingen. Voor de geheimhoudingsregelingen is geen voorafgaande goedkeuring van de IICB nodig, maar de voorzitter van de IICB wordt ervan op de hoogte gebracht. Indien het dringend noodzakelijk is om informatie over cyberbeveiliging uit te wisselen in het belang van entiteiten van de Unie of een andere partij, kan CERT-EU dit doen met een entiteit waarvan de specifieke bevoegdheid, capaciteit en deskundigheid aantoonbaar vereist zijn om bijstand te verlenen bij een dergelijke dringende noodzaak, ook al heeft CERT-EU geen geheimhoudingsregeling met die entiteit. In dergelijke gevallen brengt CERT-EU de voorzitter van de IICB onmiddellijk op de hoogte en brengt het verslag uit aan de IICB door middel van regelmatige verslagen of vergaderingen.

2.   CERT-EU kan samenwerken met partners, zoals commerciële entiteiten, met inbegrip van bedrijfstakspecifieke entiteiten, internationale organisaties en nationale entiteiten van buiten de Unie of individuele deskundigen, om informatie te verzamelen over algemene en specifieke cyberdreigingen, bijna-incidenten, kwetsbaarheden en mogelijke tegenmaatregelen. Voor verdere samenwerking met deze partners verzoekt CERT-EU per geval vooraf om de goedkeuring van de IICB.

3.   CERT-EU kan, met toestemming van de door een incident getroffen entiteit van de Unie en op voorwaarde dat er met de betrokken tegenhanger of partner een geheimhoudingsregeling of -overeenkomst is gesloten, informatie over het specifieke incident verstrekken aan de in de leden 1 en 2 bedoelde tegenhangers of partners, louter om hen te helpen bij hun analyse.

HOOFDSTUK V

SAMENWERKING EN VERSLAGLEGGINGSVERPLICHTINGEN


whereas









keyboard_arrow_down