search


keyboard_tab Cyber Resilience Act 2023/2841 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2023/2841 NL cercato: 'ernstige' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index ernstige:


whereas ernstige:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 507

 

Artikel 4

Verwerking van persoonsgegevens

1.   De verwerking van persoonsgegevens door CERT-EU, de op grond van artikel 10 opgerichte interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging en de entiteiten van de Unie in het kader van deze verordening geschiedt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.

2.   Wanneer zij taken of verplichtingen op grond van deze verordening vervullen, mogen CERT-EU, de op grond van artikel 10 opgerichte interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging en de entiteiten van de Unie persoonsgegevens slechts verwerken en uitwisselen voor zover dat noodzakelijk is en alleen met het oog op het vervullen van die taken of verplichtingen.

3.   De verwerking van bijzondere categorieën persoonsgegevens als bedoeld in artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 wordt noodzakelijk geacht om redenen van zwaarwegend algemeen belang op grond van artikel 10, lid 2, punt g), van die verordening. Dergelijke gegevens mogen alleen worden verwerkt voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de in de artikelen 6 en 8 bedoelde maatregelen voor het beheer van cyberbeveiligingsrisico’s, voor de verlening van diensten door CERT-EU op grond van artikel 13, voor het delen van incidentspecifieke informatie op grond van artikel 17, lid 3, en artikel 18, lid 3, voor het delen van informatie op grond van artikel 20, voor de rapportageverplichtingen op grond van artikel 21, voor coördinatie en samenwerking bij incidentenbehandeling op grond van artikel 22 en voor het beheer van ernstige incidenten op grond van artikel 23 van deze verordening. Wanneer de entiteiten van de Unie en CERT-EU optreden als verwerkingsverantwoordelijken, passen zij technische maatregelen toe om te voorkomen dat bijzondere categorieën persoonsgegevens voor andere doeleinden worden verwerkt en voorzien zij in passende en specifieke maatregelen om de grondrechten en de belangen van de betrokkenen te beschermen.

HOOFDSTUK II

MAATREGELEN VOOR EEN HOOG GEZAMENLIJK NIVEAU VAN CYBERBEVEILIGING

Artikel 9

Cyberbeveiligingsplannen

1.   Na de afronding van de op grond van artikel 7 uitgevoerde maturiteitsbeoordeling van de cyberbeveiliging en rekening houdend met de binnen het kader aangeduide activa en vastgestelde cyberbeveiligingsrisico’s en de op grond van artikel 8 genomen maatregelen voor het beheer van cyberbeveiligingsrisico’s, keurt het hoogste managementniveau van elke entiteit van de Unie onverwijld en in elk geval uiterlijk op 8 januari 2026 een cyberbeveiligingsplan goed. Het cyberbeveiligingsplan beoogt de algehele cyberbeveiliging van de entiteit van de Unie te versterken en aldus bij te dragen tot de verhoging van een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de entiteiten van de Unie. Het cyberbeveiligingsplan bevat minstens de op grond van artikel 8 genomen maatregelen voor het beheer van cyberbeveiligingsrisico’s. Het cyberbeveiligingsplan wordt om de twee jaar herzien, of vaker indien nodig na de op grond van artikel 7 uitgevoerde maturiteitsbeoordelingen van de cyberbeveiliging of na een substantiële herziening van het kader.

2.   Het cyberbeveiligingsplan omvat het cybercrisisbeheersplan van de entiteit van de Unie voor ernstige incidenten.

3.   De entiteit van de Unie dient het afgeronde cyberbeveiligingsplan in bij de op grond van van artikel 10 opgerichte interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging.

HOOFDSTUK III

INTERINSTITUTIONELE RAAD VOOR CYBERBEVEILIGING

Artikel 11

Taken van de IICB

Bij de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden vervult de IICB met name de volgende taken:

a)

hij verstrekt het hoofd van CERT-EU richtsnoeren;

b)

hij houdt effectief toezicht op de uitvoering van deze verordening en ondersteunt de entiteiten van de Unie bij het versterken van hun cyberbeveiliging, onder meer door entiteiten van de Unie en CERT-EU waar passend om ad-hocverslagen te vragen;

c)

hij stelt na een strategische discussie een meerjarige strategie vast voor het verhogen van het cyberbeveiligingsniveau in de entiteiten van de Unie, evalueert die strategie regelmatig en in elk geval om de vijf jaar, en wijzigt die strategie indien nodig;

d)

hij stelt de methodologie en organisatorische aspecten voor de uitvoering van vrijwillige collegiale toetsingen door entiteiten van de Unie vast om van gedeelde ervaringen te leren, het onderlinge vertrouwen te versterken, een hoog gemeenschappelijk niveau van cyberbeveiliging te bewerkstelligen en de cyberbeveiligingscapaciteiten van de entiteiten van de Unie te verbeteren, waarbij ervoor wordt gezorgd dat dergelijke collegiale toetsingen worden uitgevoerd door cyberbeveiligingsdeskundigen die zijn aangewezen door een andere entiteit van de Unie dan de entiteit van de Unie die wordt geëvalueerd, en dat de methodologie gebaseerd is op artikel 19 van Richtlijn (EU) 2022/2555 en, in voorkomend geval, wordt aangepast aan de entiteiten van de Unie;

e)

hij hecht zijn goedkeuring aan het jaarlijkse werkprogramma van CERT-EU op basis van een voorstel van het hoofd van CERT-EU en ziet toe op de uitvoering ervan;

f)

hij hecht zijn goedkeuring aan de CERT-EU -dienstencatalogus en alle bijwerkingen daarvan, op basis van een voorstel van het hoofd van CERT-EU;

g)

hij hecht zijn goedkeuring aan de verwachte jaarlijkse ontvangsten en uitgaven, inclusief wat personeel betreft, voor CERT-EU, op basis van een voorstel van het hoofd van CERT-EU;

h)

hij hecht zijn goedkeuring aan de regelingen voor dienstenniveauovereenkomsten, op basis van een voorstel van het hoofd van CERT-EU;

i)

hij controleert en hecht zijn goedkeuring aan het door het hoofd van CERT-EU opgestelde jaarverslag over de activiteiten van, en het beheer van de middelen door, CERT-EU;

j)

hij hecht zijn goedkeuring aan en monitort kernprestatie-indicatoren voor CERT-EU die op basis van een voorstel van het hoofd van CERT-EU worden vastgesteld;

k)

hij hecht zijn goedkeuring aan samenwerkingsovereenkomsten en dienstenniveauovereenkomsten of overeenkomsten tussen CERT-EU en andere entiteiten op grond van artikel 18;

l)

hij stelt richtsnoeren en aanbevelingen vast op basis van een voorstel van CERT-EU overeenkomstig artikel 14 en draagt CERT-EU op om een oproep tot actie, of een voorstel voor richtsnoeren of aanbevelingen, uit te vaardigen, in te trekken of te wijzigen;

m)

hij stelt technische adviesgroepen met specifieke taken in ter ondersteuning van de werkzaamheden van de IICB, keurt hun mandaat goed en wijst hun voorzitter aan;

n)

hij ontvangt en beoordeelt documenten en verslagen die de entiteiten van de Unie uit hoofde van deze verordening indienen, zoals maturiteitsbeoordelingen van de cyberbeveiliging;

o)

hij bevordert de oprichting van een informele groep van lokale cyberbeveiligingsfunctionarissen van entiteiten van de Unie, ondersteund door Enisa, teneinde beste praktijken en informatie in verband met de uitvoering van deze verordening uit te wisselen;

p)

hij houdt toezicht op de toereikendheid van de interconnectiviteitsregelingen tussen de ICT-omgevingen van de entiteiten van de Unie, rekening houdend met de door CERT-EU verstrekte informatie over de vastgestelde cyberbeveiligingsrisico’s en de geleerde lessen, en brengt advies uit over mogelijke verbeteringen;

q)

hij stelt een cybercrisisbeheersplan op om op operationeel niveau het gecoördineerde beheer van ernstige incidenten met gevolgen voor entiteiten van de Unie te ondersteunen en bij te dragen tot de regelmatige uitwisseling van relevante informatie, met name met betrekking tot de gevolgen en de ernst van ernstige incidenten en de mogelijke manieren om de gevolgen ervan te beperken;

r)

hij coördineert de vaststelling van de cybercrisisbeheersplannen door de individuele entiteiten van de Unie zoals bedoeld in artikel 9, lid 2;

s)

hij stelt aanbevelingen vast in verband met de beveiliging van de toeleveringsketen zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, eerste alinea, punt m), rekening houdend met de resultaten van op Unieniveau gecoördineerde beveiligingsrisicobeoordelingen van kritieke toeleveringsketens zoals bedoeld in artikel 22 van Richtlijn (EU) 2022/2555, teneinde de entiteiten van de Unie te ondersteunen bij het doorvoeren van doeltreffende en passende maatregelen voor het beheer van cyberbeveiligingsrisico’s.

Artikel 13

Missie en taken van CERT-EU

1.   De missie van CERT-EU bestaat erin bij te dragen tot de beveiliging van de niet-gerubriceerde ICT-omgeving van de entiteiten van de Unie door ze te adviseren over cyberbeveiliging, door ze te helpen incidenten te voorkomen, op te sporen, te behandelen, te beperken, daarop te reageren en daarvan te herstellen, en door op te treden als knooppunt voor hun informatie-uitwisseling inzake cyberbeveiliging en responscoördinatie bij incidenten.

2.   CERT-EU verzamelt, beheert, analyseert en deelt informatie met de entiteiten van de Unie over cyberdreigingen, kwetsbaarheden en incidenten in niet-gerubriceerde ICT-infrastructuur. Het coördineert de respons op incidenten op interinstitutioneel niveau en op het niveau van de entiteiten van de Unie, onder meer door gespecialiseerde operationele bijstand te verlenen of te coördineren.

3.   CERT-EU verricht de volgende taken om de entiteiten van de Unie bij te staan:

a)

het ondersteunt ze bij de uitvoering van deze verordening en draagt bij tot de coördinatie van de uitvoering van deze verordening door middel van de in artikel 14, lid 1, vermelde maatregelen of via door de IICB gevraagde ad-hocverslagen;

b)

het biedt standaard CSIRT-diensten aan de entiteiten van de Unie door middel van een in zijn dienstencatalogus beschreven pakket cyberbeveiligingsdiensten (basisniveaudiensten);

c)

het onderhoudt een netwerk van soortgelijke organisaties en partners ter ondersteuning van de in de artikelen 17 en 18 bedoelde diensten;

d)

het brengt problemen betreffende de uitvoering van deze verordening en de uitvoering van richtsnoeren, aanbevelingen en oproepen tot actie onder de aandacht van de IICB;

e)

het draagt op basis van de in lid 2 bedoelde informatie bij tot het situatiebewustzijn van de Unie op het gebied van cyberbeveiliging, in nauwe samenwerking met Enisa;

f)

het coördineert het beheer van ernstige incidenten;

g)

het handelt namens entiteiten van de Unie als equivalent van de coördinator die is aangewezen met het oog op de gecoördineerde bekendmaking van kwetsbaarheden op grond artikel 12, lid 1, van Richtlijn (EU) 2022/2555;

h)

het gaat op verzoek van een entiteit van de Unie over tot het proactief en niet-intrusief scannen van openbaar toegankelijke netwerk- en informatiesystemen van die entiteit van de Unie.

De in de eerste alinea, punt e), bedoelde informatie wordt, indien van toepassing en gepast, gedeeld met de IICB, het CSIRT-netwerk en het Inlichtingen- en situatiecentrum van de Europese Unie (EU-Intcen); daarbij worden passende geheimhoudingsvoorwaarden in acht genomen.

4.   CERT-EU kan overeenkomstig artikel 17 of artikel 18, naargelang het geval, samenwerken met relevante cyberbeveiligingsgemeenschappen binnen de Unie en haar lidstaten, onder meer op de volgende gebieden:

a)

paraatheid, incidentcoördinatie, informatie-uitwisseling en crisisrespons op technisch niveau in gevallen die met de entiteiten van de Unie verband houden;

b)

operationele samenwerking inzake het CSIRT-netwerk, ook betreffende wederzijdse bijstand;

c)

inlichtingen inzake cyberdreigingen, inclusief situatiebewustzijn;

d)

elk ander onderwerp waarvoor de technische deskundigheid op het gebied van cyberbeveiliging van CERT-EU vereist is.

5.   Binnen het kader van zijn bevoegdheid onderhoudt CERT-EU gestructureerde samenwerking met Enisa met betrekking tot capaciteitsopbouw, operationele samenwerking en strategische langetermijnanalyses van cyberdreigingen, overeenkomstig Verordening (EU) 2019/881. CERT-EU kan samenwerken en informatie uitwisselen met het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit van Europol.

6.   CERT-EU kan de volgende diensten aanbieden die niet in de dienstencatalogus zijn beschreven (aangerekende diensten):

a)

andere dan de in lid 3 bedoelde diensten ter ondersteuning van de cyberbeveiliging van de ICT-omgeving van de entiteiten van de Unie, op basis van dienstenniveauovereenkomsten en afhankelijk van de beschikbaarheid van middelen, met name brede netwerkmonitoring, met inbegrip van continue eerstelijnsmonitoring voor zeer ernstige cyberdreigingen;

b)

andere diensten dan diensten ter bescherming van de ICT-omgeving van de entiteiten van de Unie, ter ondersteuning van hun cyberbeveiligingsoperaties of -projecten, op basis van schriftelijke overeenkomsten en met voorafgaande goedkeuring van de IICB;

c)

op verzoek, het proactief scannen van de netwerk- en informatiesystemen van de betrokken entiteit van de Unie om kwetsbaarheden met mogelijk aanzienlijke gevolgen op te sporen;

d)

diensten ter ondersteuning van de beveiliging van de ICT-omgeving van andere organisaties dan de entiteiten van de Unie, die nauw met de entiteiten van de Unie samenwerken, bijvoorbeeld omdat zij taken of verantwoordelijkheden uit hoofde van Unierecht vervullen, op basis van schriftelijke overeenkomsten en met voorafgaande goedkeuring van de IICB.

Met betrekking tot de eerste alinea, punt d), kan CERT-EU bij wijze van uitzondering met voorafgaande toestemming van de IICB dienstenniveauovereenkomsten sluiten met andere entiteiten dan de entiteiten van de Unie.

7.   CERT-EU organiseert cyberbeveiligingsoefeningen en kan eraan deelnemen of deelname aan bestaande oefeningen aanbevelen, in voorkomend geval in nauwe samenwerking met Enisa, om het cyberbeveiligingsniveau van de entiteiten van de Unie te testen.

8.   CERT-EU kan de entiteiten van de Unie bijstaan bij incidenten in netwerk- en informatiesystemen die EUCI verwerken, indien de betrokken entiteiten van de Unie daar uitdrukkelijk om verzoeken overeenkomstig hun respectieve procedures. Het verlenen van bijstand door CERT-EU uit hoofde van dit lid laat de toepasselijke regels inzake de bescherming van gerubriceerde informatie onverlet.

9.   CERT-EU informeert de entiteiten van de Unie over zijn procedures en processen voor incidentenbehandeling.

10.   CERT-EU draagt, met een hoog niveau van vertrouwelijkheid en betrouwbaarheid, via de passende samenwerkingsmechanismen en rapportagelijnen bij tot relevante en geanonimiseerde informatie over ernstige incidenten en de wijze waarop deze werden afgehandeld. Die informatie wordt opgenomen in het in artikel 10, lid 14, bedoelde verslag.

11.   Bij de aanpak van incidenten die leiden tot inbreuken in verband met persoonsgegevens, ondersteunt CERT-EU de betrokken entiteiten van de Unie, in samenwerking met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, onverminderd de bevoegdheid en taken van die Toezichthouder als toezichthoudende autoriteit uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725.

12.   CERT-EU kan, indien de beleidsafdelingen van de entiteiten van de Unie daar uitdrukkelijk om verzoeken, technisch advies of technische input verstrekken voor relevante beleidskwesties.

Artikel 23

Beheer van ernstige incidenten

1.   Om op operationeel niveau het gecoördineerde beheer van ernstige incidenten die gevolgen hebben voor entiteiten van de Unie te ondersteunen en bij te dragen tot de regelmatige uitwisseling van relevante informatie tussen entiteiten van de Unie en met de lidstaten, stelt de IICB op grond van artikel 11, punt q), op basis van de in artikel 22, lid 2, bedoelde activiteiten een cybercrisisbeheersplan op, dit in nauwe samenwerking met CERT-EU en Enisa. Het cybercrisisbeheersplan bevat ten minste de volgende elementen:

a)

regelingen betreffende de coördinatie en de informatiedoorstroming tussen entiteiten van de Unie voor het beheer van ernstige incidenten op operationeel niveau;

b)

gemeenschappelijke standaardwerkwijzen;

c)

een gemeenschappelijke taxonomie met betrekking tot de ernst van ernstige incidenten en crisistriggerpunten;

d)

regelmatige oefeningen;

e)

te gebruiken beveiligde communicatiekanalen.

2.   De vertegenwoordiger van de Commissie in de IICB is, onder voorbehoud van het op grond van lid 1 van dit artikel opgestelde cybercrisisbeheersplan en onverminderd artikel 16, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn (EU) 2022/2555, het contactpunt voor het delen van relevante informatie over ernstige incidenten met EU-CyCLONe.

3.   CERT-EU coördineert het beheer van ernstige incidenten tussen de entiteiten van de Unie. Het houdt een inventaris bij van de beschikbare technische deskundigheid die nodig is voor de respons op ernstige incidenten, en het ondersteunt de IICB bij de coördinatie van de cybercrisisbeheersplannen van de entiteiten van de Unie voor ernstige incidenten als bedoeld in artikel 9, lid 2.

4.   De entiteiten van de Unie dragen bij tot de inventaris van technische deskundigheid door een jaarlijks bijgewerkte lijst te leveren van deskundigen die binnen hun respectieve organisaties beschikbaar zijn, inclusief nadere gegevens over hun specifieke technische vaardigheden.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN


whereas









keyboard_arrow_down