search


keyboard_tab Digital Governance Act 2022/0868 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/0868 NL cercato: 'maakt' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index maakt:


whereas maakt:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 967

 

Artikel 4

Verbod op exclusieve overeenkomsten

1.   Overeenkomsten of andere praktijken met betrekking tot het hergebruik van gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen en die in artikel 3, lid 1, vermelde gegevenscategorieën bevatten, waarbij exclusieve rechten worden toegekend of die tot doel of gevolg hebben dergelijke exclusieve rechten toe te kennen of de beschikbaarheid van gegevens voor hergebruik door andere entiteiten dan de partijen bij die overeenkomsten of andere praktijken te beperken, zijn verboden.

2.   In afwijking van lid 1 mag een exclusief recht op het hergebruik van de in dat lid bedoelde gegevens worden toegekend voor zover dat nodig is voor de verlening van een dienst of de levering van een product in het algemeen belang die anders niet mogelijk zou zijn.

3.   Een exclusief recht zoals bedoeld in lid 2 wordt verleend bij administratieve handeling of een contractuele regeling in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht of nationale recht en met inachtneming van de beginselen van transparantie, gelijke behandeling en non-discriminatie.

4.   Het exclusieve recht op hergebruik van gegevens wordt voor een periode van hoogstens twaalf maanden toegekend. Wanneer een overeenkomst wordt gesloten, is de duur van die overeenkomst dezelfde als die van de exclusiviteitsperiode.

5.   De toekenning van een exclusief recht op grond van de leden 2, 3 en 4, met inbegrip van de redenen waarom het noodzakelijk is een dergelijk recht toe te kennen, moet transparant zijn en online openbaar worden gemaakt, in een vorm die in overeenstemming is met het toepasselijke Unierecht inzake openbare aanbestedingen.

6.   Overeenkomsten of andere praktijken die onder het in lid 1 bedoelde verbod vallen, die niet voldoen aan de voorwaarden van de leden 2 en 3 en die zijn gesloten vóór 23 juni 2022, worden beëindigd aan het einde van de toepasselijke overeenkomst en in elk geval uiterlijk op 24 december 2024.

Artikel 5

Voorwaarden voor hergebruik

1.   Openbare lichamen die uit hoofde van het nationale recht bevoegd zijn om de toegang tot een of meer in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën met het oog op hergebruik te verlenen of te weigeren, maken de voorwaarden voor het toestaan van dat hergebruik en de procedure om toestemming voor hergebruik aan te vragen via het in artikel 8 bedoelde centrale informatiepunt, openbaar. Bij het verlenen of weigeren van toegang met het oog op hergebruik kunnen zij worden bijgestaan door de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen.

De lidstaten zorgen ervoor dat openbare lichamen over de nodige middelen beschikken om aan dit artikel te voldoen.

2.   De voorwaarden voor hergebruik moeten niet-discriminerend, transparant, evenredig en objectief gerechtvaardigd zijn wat betreft de gegevenscategorieën, het doel van het hergebruik en de aard van de gegevens waarvoor hergebruik wordt toegestaan. Die voorwaarden mogen niet worden gebruikt om de mededinging te beperken.

3.   Openbare lichamen zorgen er overeenkomstig het Unierecht en het nationale recht voor dat het beschermde karakter van de gegevens behouden blijft. Zij kunnen de volgende vereisten opleggen:

a)

dat slechts toegang wordt verleend om gegevens te hergebruiken als het openbaar lichaam of het bevoegd orgaan er na een verzoek tot hergebruik voor heeft gezorgd dat de gegevens:

i)

geanonimiseerd zijn, in het geval van persoonsgegevens, en

ii)

gewijzigd of geaggregeerd zijn of dat zij behandeld zijn volgens een andere methode om de openbaarmaking ervan te controleren, in het geval van commercieel vertrouwelijke informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen of door intellectuele-eigendomsrechten beschermde inhoud;

b)

dat voor de toegang tot en het hergebruik van de gegevens op afstand gebruik wordt gemaakt van een beveiligde verwerkingsomgeving die door het openbaar lichaam ter beschikking wordt gesteld of gecontroleerd;

c)

dat voor de toegang tot en het hergebruik van de gegevens gebruik wordt gemaakt, met inachtneming van strikte beveiligingsnormen, van de fysieke locatie waar de beveiligde verwerkingsomgeving zich bevindt, op voorwaarde dat toegang op afstand niet kan worden toegestaan zonder de rechten en belangen van derden in gevaar te brengen.

4.   Bij hergebruik dat werd toegestaan overeenkomstig lid 3, punten b) en c), leggen de openbare lichamen voorwaarden op die de integriteit van de werking van de technische systemen van de beveiligde verwerkingsomgeving in stand houden. De openbare lichamen behouden zich het recht voor het proces, de middelen en alle resultaten van gegevensverwerking door de hergebruiker te verifiëren teneinde de integriteit van de gegevensbescherming te vrijwaren, alsook het recht om het gebruik te verbieden van resultaten die informatie bevatten die de rechten en belangen van derden in gevaar brengt. Het besluit om het gebruik van de resultaten te verbieden moet begrijpelijk en transparant zijn voor de hergebruiker.

5.   Tenzij het nationale recht in specifieke waarborgen voorziet inzake toepasselijke vertrouwelijkheidsverplichtingen met betrekking tot het hergebruik van gegevens als bedoeld in artikel 3, lid 1,, stelt het openbaar lichaam het hergebruik van de overeenkomstig lid 3 van dit artikel verstrekte gegevens afhankelijk van de naleving door de hergebruiker van een vertrouwelijkheidsverplichting die de openbaarmaking verbiedt van informatie die de rechten en belangen van derden in gevaar brengt en die de hergebruiker ondanks de ingestelde waarborgen heeft verkregen. Hergebruikers mogen geen datasubjecten op wie de gegevens betrekking hebben heridentificeren en nemen technische en operationele maatregelen om heridentificatie te voorkomen en om elke inbreuk in verband met persoonsgegevens die leidt tot heridentificatie van de betrokkenen, aan het openbaar lichaam te melden. In geval van ongeoorloofd hergebruik van niet-persoonsgebonden gegevens, stelt de hergebruiker, waar passend met de hulp van het openbaar lichaam, de rechtspersonen van wie de rechten en belangen in het geding kunnen komen, daar onverwijld van in kennis.

6.   Indien het hergebruik van gegevens niet kan worden toegestaan overeenkomstig de in de leden 3 en 4 van dit artikel neergelegde verplichtingen en er geen rechtsgrondslag is voor de doorgifte van de gegevens uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679, stelt het openbaar lichaam, overeenkomstig het Unierecht en het nationale recht, alles in het werk om potentiële hergebruikers bij te staan bij het vragen van de toestemming van de datasubjecten of de toelating van de gegevenshouders van wie de rechten en belangen door het hergebruik in het geding kunnen komen, indien dat haalbaar is zonder onevenredige lasten voor het openbaar lichaam. Bij het verlenen van dergelijke bijstand kan het openbaar lichaam worden bijgestaan door de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen.

7.   Het hergebruik van gegevens is alleen toegestaan als de intellectuele-eigendomsrechten in acht worden genomen. Openbare lichamen oefenen het bij artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG verleende recht van de fabrikant van een databank niet uit om het hergebruik van gegevens tegen te gaan of buiten de bij deze verordening bepaalde grenzen te beperken.

8.   Indien de gevraagde gegevens overeenkomstig het Unierecht of nationale recht inzake handels- of statistisch geheim als vertrouwelijk moeten worden beschouwd, zorgen de openbare lichamen ervoor dat de vertrouwelijke gegevens niet openbaar worden gemaakt als gevolg van het toestaan van hergebruik, tenzij dat hergebruik wordt toegestaan overeenkomstig lid 6.

9.   Indien een hergebruiker voornemens is op grond van artikel 3, lid 1, beschermde niet-persoonsgebonden gegevens door te geven aan een derde land, stelt hij het openbaar lichaam op het moment dat hij om hergebruik van dergelijke gegevens verzoekt op de hoogte van zijn voornemen om dergelijke gegevens door te geven en van het doel van die doorgifte. Bij hergebruik overeenkomstig lid 6 van dit artikel stelt de hergebruiker, waar passend met de hulp van het openbaar lichaam, de rechtspersoon waarvan de rechten en belangen in het geding kunnen komen, in kennis van dat voornemen, dat doel en de passende waarborgen. Het openbaar lichaam staat het hergebruik enkel toe indien de rechtspersoon toelating verleent voor de doorgifte.

10.   Openbare lichamen geven niet-persoonsgebonden vertrouwelijke of door intellectuele-eigendomsrechten beschermde gegevens alleen door aan een hergebruiker die voornemens is die gegevens door te geven aan een niet overeenkomstig lid 12 aangewezen derde land indien de hergebruiker er zich contractueel toe verbindt:

a)

te voldoen aan de overeenkomstig de leden 7 en 8 opgelegde verplichtingen, ook nadat de gegevens zijn doorgegeven aan het derde land, en

b)

de bevoegdheid van de rechterlijke instanties van de lidstaat van het openbaar lichaam dat de gegevens doorgeeft te aanvaarden met betrekking tot elk geschil in verband met de naleving van de leden 7 en 8.

11.   Waar relevant en binnen de grenzen van hun mogelijkheden bieden openbare lichamen hergebruikers advies en bijstand bij de naleving van de in lid 10 van dit artikel bedoelde verplichtingen.

Om openbare lichamen en hergebruikers bij te staan, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen met modelcontractbepalingen voor de naleving van de in lid 10 van dit artikel, bedoelde verplichtingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 33, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

12.   Indien een aanzienlijk aantal verzoeken in de Unie met betrekking tot het hergebruik van niet-persoonsgebonden gegevens in specifieke derde landen dat rechtvaardigt, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin wordt verklaard dat de juridische, toezichts- en handhavingsregelingen van een derde land:

a)

de bescherming van intellectuele eigendom en bedrijfsgeheimen garanderen op een wijze die in wezen gelijkwaardig is aan de uit hoofde van het Unierecht geboden bescherming;

b)

effectief worden toegepast en gehandhaafd, en

c)

voorzien in effectieve verhaalsmogelijkheden.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 33, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

13.   In specifieke wetgevingshandelingen van de Unie kunnen bepaalde categorieën niet-persoonsgebonden gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen als zeer gevoelig worden beschouwd voor de toepassing van dit artikel, indien de doorgifte daarvan aan derde landen doelstellingen van het overheidsbeleid van de Unie in gevaar kan brengen, zoals veiligheid en volksgezondheid, of het risico met zich mee kan brengen van heridentificatie van geanonimiseerde niet-persoonsgebonden gegevens. Wanneer een dergelijke handeling wordt vastgesteld, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 32 gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van deze verordening door de vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de doorgifte van dergelijke gegevens aan derde landen.

Die bijzondere voorwaarden worden gebaseerd op de aard van de in de specifieke wetgevingshandeling van de Unie geïdentificeerde categorieën niet-persoonsgebonden gegevens en op de redenen om die categorieën als zeer gevoelig te beschouwen, rekening houdend met risico van heridentificatie van geanonimiseerde niet-persoonsgebonden gegevens. Die bijzondere voorwaarden zijn niet-discriminerend en beperkt tot wat nodig is om de in die handeling geïdentificeerde doelstellingen van het overheidsbeleid van de Unie te verwezenlijken, overeenkomstig de internationale verplichtingen van de Unie.

Indien specifieke wetgevingshandelingen van de Unie als bedoeld in de eerste alinea dat vereisen, kunnen die bijzondere voorwaarden betrekking hebben op voorwaarden voor de doorgifte of technische regelingen in dat verband, beperkingen inzake het hergebruik van gegevens in derde landen of inzake categorieën van personen die dergelijke gegevens mogen doorgeven aan derde landen of, in uitzonderlijke gevallen, beperkingen inzake doorgiften aan derde landen.

14.   De natuurlijke of rechtspersoon aan wie het recht op hergebruik van niet-persoonsgebonden gegevens is verleend, mag de gegevens alleen doorgeven aan derde landen die voldoen aan de vereisten van de leden 10, 12 en 13.

Artikel 6

Vergoedingen

1.   Openbare lichamen die toestemming geven voor het hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën, mogen daar een vergoeding voor vragen.

2.   Op grond van lid 1 aangerekende vergoedingen moeten transparant, niet-discriminerend, evenredig en objectief gerechtvaardigd zijn en mogen niet concurrentiebeperkend zijn.

3.   Openbare lichamen zorgen ervoor dat alle vergoedingen ook online kunnen worden betaald met behulp van algemeen beschikbare grensoverschrijdende betaaldiensten, zonder discriminatie op basis van de plaats in de Unie waar de betalingsdienstaanbieder is gevestigd, waar het betaalinstrument is uitgegeven of waar de betaalrekening zich bevindt.

4.   Indien openbare lichamen vergoedingen aanrekenen, nemen zij maatregelen om het hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën aan te moedigen voor niet-commerciële doeleinden, zoals wetenschappelijk onderzoek, en door kmo’s en start-ups, overeenkomstig de staatssteunregels. In dat verband kunnen openbare lichamen de gegevens ook tegen een gereduceerde vergoeding of kosteloos ter beschikking stellen, met name aan kmo’s en start-ups, maatschappelijke organisaties en onderwijsinstellingen. Openbare lichamen kunnen daartoe een lijst opstellen van categorieën hergebruikers waaraan gegevens voor hergebruik tegen een gereduceerde vergoeding of kosteloos ter beschikking worden gesteld. Die lijst wordt, samen met de criteria die zijn gebruikt voor de opstelling ervan, openbaar gemaakt.

5.   De vergoedingen worden afgeleid van de kosten voor het voeren van de procedure in verband met verzoeken tot hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën en worden beperkt tot de noodzakelijke kosten in verband met:

a)

de reproductie, verstrekking en verspreiding van gegevens;

b)

de vereffening van rechten;

c)

anonimisering of andere vormen van voorbereiding van persoonsgegevens en commercieel vertrouwelijke gegevens als bepaald in artikel 5, lid 3;

d)

het onderhoud van de veilige verwerkingsomgeving;

e)

het verkrijgen van het recht om hergebruik overeenkomstig dit hoofdstuk toe te staan door derden buiten de openbare sector, en

f)

het bijstaan van hergebruikers bij het verkrijgen van toestemming van datasubjecten en toelating van gegevenshouders, van wie de rechten en belangen door het hergebruik in het geding kunnen komen.

6.   De criteria en de methode voor de berekening van de vergoedingen worden door de lidstaten vastgesteld en bekendgemaakt. Het openbaar lichaam publiceert een beschrijving van de belangrijkste kostencategorieën en de regels voor de toerekening van de kosten.

Artikel 12

Voorwaarden voor het verlenen van databemiddelingsdiensten

Voor de in artikel 10 bedoelde verlening van databemiddelingsdiensten gelden de volgende voorwaarden:

a)

de aanbieder van databemiddelingsdiensten gebruikt de gegevens waarvoor hij databemiddelingsdiensten verleent niet voor andere doeleinden dan beschikbaarstelling aan gegevensgebruikers, en verleent databemiddelingsdiensten via een afzonderlijke rechtspersoon;

b)

de commerciële voorwaarden, met inbegrip van het prijsbeleid, voor het verlenen van databemiddelingsdiensten aan een gegevenshouder of gegevensgebruiker zijn niet afhankelijk van de vraag of en zo ja in welke mate de gegevenshouder of gegevensgebruiker gebruikmaakt van andere diensten die door dezelfde aanbieder van databemiddelingsdiensten of door een verbonden entiteit worden verleend;

c)

de gegevens die zijn verzameld met betrekking tot een activiteit van een natuurlijk of rechtspersoon met het oog op de levering van de databemiddelingsdienst, inclusief gegevens over de datum, het tijdstip en de geolocatie, de duur van de activiteit en connecties met andere natuurlijke of rechtspersonen die tot stand zijn gebracht door de persoon die gebruikmaakt van de databemiddelingsdienst, worden alleen gebruikt voor de ontwikkeling van die databemiddelingsdienst, hetgeen het gebruik van de gegevens voor fraudeopsporing of cyberbeveiliging kan omvatten, en worden op verzoek beschikbaar gesteld aan de gegevenshouders;

d)

de aanbieder van databemiddelingsdiensten faciliteert de uitwisseling van de gegevens in het format waarin hij de gegevens ontvangt van een datasubject of een gegevenshouder en converteert de gegevens alleen naar specifieke formats om de interoperabiliteit binnen en tussen sectoren te verbeteren, indien de gegevensgebruiker daarom verzoekt, indien het Unierecht hem daartoe verplicht of om de harmonisering met internationale of Europese gegevensnormen te waarborgen, en biedt de datasubjecten of gegevenshouders een uitstapmogelijkheid met betrekking tot die conversies, tenzij de conversie door het Unierecht is voorgeschreven;

e)

databemiddelingsdiensten kunnen het aanbieden van aanvullende specifieke instrumenten en diensten aan gegevenshouders of datasubjecten omvatten met het specifieke doel de gegevensuitwisseling te faciliteren, zoals tijdelijke opslag, curatie, conversie, anonimisering en pseudonimisering; die instrumenten mogen alleen worden gebruikt op uitdrukkelijk verzoek of met de uitdrukkelijke goedkeuring van de gegevenshouder of het datasubject, en de in dat verband aangeboden instrumenten van derden gebruiken gegevens niet voor andere doeleinden;

f)

de aanbieder van databemiddelingsdiensten zorgt ervoor dat de procedure voor toegang tot zijn dienst billijk, transparant en niet-discriminerend is voor zowel datasubjecten als gegevenshouders, alsook voor gegevensgebruikers, ook wat de prijzen en dienstverleningsvoorwaarden betreft;

g)

de aanbieder beschikt over procedures ter voorkoming van frauduleuze of onrechtmatige praktijken met betrekking tot partijen die via zijn databemiddelingsdiensten toegang wensen te krijgen;

h)

bij insolventie van de aanbieder van databemiddelingsdiensten zorgt hij voor een redelijke continuïteit bij het leveren van zijn databemiddelingsdiensten, en indien die databemiddelingsdiensten instaan voor de opslag van gegevens, beschikt de aanbieder van databemiddelingsdiensten over mechanismen zodat gegevenshouders en gegevensgebruikers toegang kunnen krijgen tot hun gegevens of hun gegevens kunnen doorgeven of oproepen, en, indien die databemiddelingsdiensten verleend worden tussen datasubjecten en gegevensgebruikers, zodat die datasubjecten hun rechten kunnen uitoefenen;

i)

de aanbieder van databemiddelingsdiensten neemt de nodige maatregelen om interoperabiliteit met andere databemiddelingsdiensten te waarborgen, onder meer door middel van algemeen gebruikte open normen in de sector waarin de aanbieder van databemiddelingsdiensten actief is;

j)

de aanbieder van databemiddelingsdiensten neemt de nodige technische, juridische en organisatorische maatregelen ter voorkoming van doorgifte van of toegang tot niet-persoonsgebonden gegevens die uit hoofde van het Unierecht of het nationale recht van de betrokken lidstaat onwettig is;

k)

de aanbieder van databemiddelingsdiensten brengt de gegevenshouders onverwijld op de hoogte bij ongeoorloofde doorgifte van, toegang tot of ongeoorloofd gebruik van de niet-persoonsgebonden gegevens die hij heeft gedeeld;

l)

de aanbieder van databemiddelingsdiensten neemt de nodige maatregelen om een passend niveau van beveiliging te waarborgen voor de opslag, verwerking en doorgifte van niet-persoonsgebonden gegevens, en hij waarborgt voorts het hoogste niveau van beveiliging voor de opslag en doorgifte van commercieel gevoelige informatie;

m)

de aanbieder van databemiddelingsdiensten die diensten aan datasubjecten aanbiedt, handelt in het belang van de datasubjecten bij het faciliteren van de uitoefening van hun rechten, met name door hen op een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke wijze te informeren en, waar passend, te adviseren over voorgenomen gegevensgebruik door de gegevensgebruikers en standaardvoorwaarden die aan dergelijk gebruik zijn verbonden, voordat de datasubjecten toestemming verlenen;

n)

indien een aanbieder van databemiddelingsdiensten instrumenten verstrekt voor het verkrijgen van toestemming van datasubjecten of toelating voor het verwerken van door gegevenshouders beschikbaar gestelde gegevens, specificeert hij, waar relevant, de jurisdictie van het derde land waar het gegevensgebruik zal plaatsvinden, en verstrekt hij wat betreft het verwerken van de gegevens datasubjecten instrumenten om toestemming te verlenen of in te trekken en gegevenshouders instrumenten om toelating te verlenen of in te trekken;

o)

de aanbieder van databemiddelingsdiensten houdt een logboek bij van de databemiddelingsactiviteit.

Artikel 19

Registratie van erkende organisaties voor data-altruïsme

1.   Een entiteit die aan de vereisten van artikel 18 voldoet, kan een aanvraag indienen om opgenomen te worden in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme in de lidstaat waar zij is gevestigd.

2.   Een entiteit die aan de vereisten van artikel 18 voldoet en vestigingen heeft in meer dan één lidstaat, kan een aanvraag indienen om opgenomen te worden in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme in de lidstaat waar zij haar hoofdvestiging heeft.

3.   Een entiteit die aan de vereisten van artikel 18 voldoet maar niet in de Unie is gevestigd, wijst een wettelijke vertegenwoordiger aan in een van de lidstaten waar de diensten in verband met data-altruïsme worden aangeboden.

Met het oog op het waarborgen van de naleving van deze verordening wordt de wettelijke vertegenwoordiger door de entiteit gemachtigd zodat de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten of datasubjecten en gegevenshouders zich tot hem in de plaats van tot de entiteit, of tot beiden, kunnen wenden voor alle aangelegenheden die verband houden met die entiteit. De wettelijke vertegenwoordiger werkt samen met de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten en geeft hun op verzoek een uitvoerig overzicht van de maatregelen en voorzieningen die de entiteit heeft genomen om de naleving van deze verordening te garanderen.

De entiteit wordt geacht te vallen onder de jurisdictie van de lidstaat waar haar wettelijke vertegenwoordiger is gevestigd. Een dergelijke entiteit kan een aanvraag indienen om in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme in die lidstaat opgenomen te worden. De aanwijzing van een wettelijke vertegenwoordiger door de entiteit doet geen afbreuk aan eventuele rechtsvorderingen die tegen de entiteit kunnen worden ingesteld.

4.   De in de leden 1, 2 en 3 bedoelde registratieaanvragen moeten de volgende gegevens bevatten:

a)

de naam van de entiteit;

b)

de juridische status en de vorm van de entiteit, en indien de entiteit in een openbaar nationaal register is ingeschreven, het registratienummer van de entiteit;

c)

de statuten van de entiteit, waar passend;

d)

de inkomstenbronnen van de entiteit;

e)

in voorkomend geval, het adres van de hoofdvestiging van de entiteit in de Unie en, indien van toepassing, van alle filialen in andere lidstaten, of dat van de wettelijke vertegenwoordiger;

f)

een openbare website waarop volledige en actuele informatie over de entiteit en haar activiteiten te vinden is, met inbegrip van ten minste de in de punten a), b), d), e) en h) bedoelde informatie;

g)

de contactpersonen en contactgegevens van de entiteit;

h)

de doelstellingen van algemeen belang die zij wil bevorderen bij het verzamelen van de gegevens;

i)

de aard van de gegevens die de entiteit voornemens is te controleren of te verwerken, en, in het geval van persoonsgegevens, een aanduiding van de categorieën persoonsgegevens;

j)

alle andere documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de vereisten van artikel 18.

5.   Indien de entiteit alle nodige informatie op grond van lid 4 heeft ingediend en nadat de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit de registratieaanvraag heeft beoordeeld en heeft vastgesteld dat de entiteit voldoet aan de vereisten van artikel 18, registreert de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit de entiteit binnen twaalf weken na de datum van ontvangst van de registratieaanvraag in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme. De registratie is geldig in alle lidstaten.

De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit deelt elke registratie mee aan de Commissie. De Commissie neemt die registratie op in het openbaar Unieregister van erkende organisaties voor data-altruïsme.

6.   De in lid 4, punten a), b), f), g) en h), bedoelde informatie wordt bekendgemaakt in het relevante openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme.

7.   Een erkende organisatie voor data-altruïsme stelt de relevante voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit in kennis van elke wijziging van de op grond van lid 4 verstrekte informatie binnen 14 dagen na de dag waarop de wijziging heeft plaatsgevonden.

De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit stelt de Commissie onverwijld langs elektronische weg in kennis van elke dergelijke kennisgeving. Op basis van die kennisgevingen werkt de Commissie onverwijld het openbaar Unieregister van erkende organisaties voor data-altruïsme bij.

Artikel 21

Specifieke vereisten ter bescherming van de rechten en belangen van datasubjecten en gegevenshouders wat hun gegevens betreft

1.   Een erkende organisatie voor data-altruïsme stelt de datasubjecten of gegevenshouders vóór de verwerking van hun gegevens op een duidelijke en gemakkelijk te begrijpen wijze in kennis van:

a)

de doeleinden van algemeen belang en, indien van toepassing, het gespecificeerde, expliciete en legitieme doel waarvoor persoonsgegevens zullen worden verwerkt, en waarvoor zij de verwerking van hun gegevens door een gegevensgebruiker toestaat;

b)

de locatie van elke verwerking in een derde land en de doeleinden van algemeen belang waarvoor zij die verwerking toestaan, indien de verwerking wordt uitgevoerd door de erkende organisatie voor data-altruïsme.

2.   De erkende organisatie voor data-altruïsme gebruikt de gegevens niet voor andere doeleinden dan die van algemeen belang waarvoor het datasubject of de gegevenshouder de verwerking toestaat. De erkende organisatie voor data-altruïsme maakt geen gebruik van misleidende marketingpraktijken om mensen te vragen gegevens te verstrekken.

3.   De erkende organisatie voor data-altruïsme voorziet in instrumenten voor het verkrijgen van de toestemming van datasubjecten of van de toelating voor het verwerken van gegevens die door gegevenshouders beschikbaar worden gesteld. De erkende organisatie voor data-altruïsme voorziet ook in instrumenten om die toestemming of toelating gemakkelijk in te trekken.

4.   De erkende organisatie voor data-altruïsme neemt maatregelen om een passend niveau van beveiliging te waarborgen voor de opslag en verwerking van de niet-persoonsgebonden gegevens die zij heeft verzameld op basis van data-altruïsme.

5.   De erkende organisatie voor data-altruïsme brengt de gegevenshouders onverwijld op de hoogte van elke ongeoorloofde doorgifte van, elke ongeoorloofde toegang tot of elk ongeoorloofd gebruik van de niet-persoonsgebonden gegevens die zij heeft gedeeld.

6.   Indien de erkende organisatie voor data-altruïsme de verwerking van gegevens door derden faciliteert, onder meer door in instrumenten te voorzien voor het verkrijgen van de toestemming van datasubjecten of de toelating voor de verwerking van door gegevenshouders beschikbaar gestelde gegevens, specificeert zij waar relevant de jurisdictie van een derde land waarin het gebruik van de gegevens zal plaatsvinden.

Artikel 24

Toezicht op de naleving

1.   De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten zien erop toe en controleren dat erkende organisaties voor data-altruïsme de in dit hoofdstuk neergelegde vereisten naleven. De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit kan ook op basis van een verzoek van een natuurlijke of rechtspersoon toezicht houden en controle uitoefenen op de naleving door die erkende organisaties voor data-altruïsme.

2.   De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten hebben de bevoegdheid om van erkende organisaties voor data-altruïsme informatie te vragen die nodig is om de naleving van de vereisten van dit hoofdstuk te controleren. Een verzoek om informatie dient in verhouding te staan tot de uitvoering van de taak en dient te worden gemotiveerd.

3.   Indien de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit van oordeel is dat een erkende organisatie voor data-altruïsme niet voldoet aan een of meer vereisten van dit hoofdstuk, stelt zij die erkende organisatie voor data-altruïsme in kennis van die bevindingen en geeft zij haar de gelegenheid om binnen dertig dagen na ontvangst van die kennisgeving haar standpunt kenbaar te maken.

4.   De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit kan eisen dat de in lid 3 bedoelde inbreuk wordt gestopt, hetzij onmiddellijk, hetzij binnen een redelijke termijn, en neemt passende en evenredige maatregelen met het oog op het garanderen van de naleving.

5.   Indien een erkende organisatie voor data-altruïsme zelfs na overeenkomstig lid 3 door de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit in kennis te zijn gesteld, niet voldoet aan een of meer vereisten van dit hoofdstuk:

a)

verliest die erkende organisatie voor data-altruïsme het recht om in schriftelijke en mondelinge communicatie het label “in de Unie erkende organisatie voor data-altruïsme” te gebruiken;

b)

wordt die erkende organisatie voor data-altruïsme verwijderd uit het relevante openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme en uit het openbaar Unieregister van erkende organisaties voor data-altruïsme.

Elk besluit houdende intrekking van het recht om het label “in de Unie erkende organisatie voor data-altruïsme” te gebruiken op grond van punt a) van de eerste alinea, wordt openbaar gemaakt door de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit.

6.   Als een erkende organisatie voor data-altruïsme opgenomen entiteit haar hoofdvestiging of wettelijke vertegenwoordiger in een lidstaat heeft maar actief is in andere lidstaten, werken de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de hoofdvestiging of wettelijke vertegenwoordiger zich bevindt en de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten van die andere lidstaten samen en verlenen zij elkaar bijstand. Die bijstand en samenwerking kunnen betrekking hebben op de uitwisseling van informatie tussen de betrokken voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten met het oog op hun taken uit hoofde van deze verordening, en op gemotiveerde verzoeken om de in dit artikel bedoelde maatregelen te nemen.

Indien een voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit in één lidstaat om bijstand van een voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit in een andere lidstaat verzoekt, dient zij een gemotiveerd verzoek in. De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit antwoordt onverwijld en binnen een termijn die in verhouding staat tot de urgentie van het verzoek, op een dergelijk verzoek.

Alle informatie die naar aanleiding van de verzochte bijstand wordt uitgewisseld en wordt verstrekt uit hoofde van dit lid, wordt uitsluitend gebruikt ten behoeve van de aangelegenheid waarvoor zij werd gevraagd.

Artikel 25

Europees toestemmingsformulier voor data-altruïsme

1.   Om het verzamelen van gegevens op basis van data-altruïsme te faciliteren, stelt de Commissie, na raadpleging van het Europees Comité voor gegevensbescherming, rekening houdend met het advies van het Europees Comité voor gegevensinnovatie en met de nodige betrokkenheid van de relevante belanghebbenden, uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling en ontwikkeling van een Europees toestemmingsformulier voor data-altruïsme. Dat formulier maakt het mogelijk de toestemming of toelating in alle lidstaten in een uniform formaat te verkrijgen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 33, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2.   Het Europees toestemmingsformulier voor data-altruïsme maakt gebruik van een modulaire benadering, zodat het kan worden afgestemd op specifieke sectoren en voor uiteenlopende doeleinden.

3.   Wanneer persoonsgegevens worden verstrekt, zorgt het Europees toestemmingsformulier voor data-altruïsme ervoor dat datasubjecten hun toestemming voor een specifieke gegevensverwerkingsactiviteit overeenkomstig de vereisten van Verordening (EU) 2016/679 kunnen geven en intrekken.

4.   Het formulier moet beschikbaar zijn op een wijze die op papier kan worden gedrukt en gemakkelijk te begrijpen is, alsook in een elektronisch, machinaal leesbaar formaat.

HOOFDSTUK V

Bevoegde autoriteiten en procedurele bepalingen

Artikel 32

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 5, lid 13, en artikel 22, lid 1, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van 23 juni 2022.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 13, en artikel 22, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.   Een op grond van artikel 5, lid 13, of artikel 22, lid 1, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie heeft meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.

Artikel 38

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 24 september 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

B. LE MAIRE


(1)  PB C 286 van 16.7.2021, blz. 38.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 6 april 2022 (nog niet bekendgemaakt in het publicatieblad) en besluit van de Raad van 16 mei 2022.

(3)  Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(4)  Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45).

(5)  Verordening (EU) 2019/1239 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot instelling van een Europees maritiem éénloketsysteem en tot intrekking van Richtlijn 2010/65/EU (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 64).

(6)  Verordening (EU) 2020/1056 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 inzake elektronische informatie over goederenvervoer (PB L 249 van 31.7.2020, blz. 33).

(7)  Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

(9)  Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens, en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1).

(10)  Verordening (EU) 2018/1807 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 inzake een kader voor het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens in de Europese Unie (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 59).

(11)  Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (“Richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1).

(12)  Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).

(13)  Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 45).

(14)  Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).

(15)  Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).

(16)  Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157, 15.6.2016, blz. 1).

(17)  Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 46).

(18)  Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92).

(19)  Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 56).

(20)  Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).

(21)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(22)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(23)  Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).

(24)  Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89).

(25)  Verordening (EU) nr. 557/2013 van de Commissie van 17 juni 2013 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese statistiek, wat de toegang tot vertrouwelijke gegevens voor wetenschappelijke doeleinden betreft, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 831/2002 (PB L 164 van 18.6.2013, blz. 16).

(26)  Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20).

(27)  Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).

(28)  Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).

(29)  Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 1).

(30)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(31)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(32)  Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1).

(33)  Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 70).



whereas









keyboard_arrow_down