search


keyboard_tab Digital Governance Act 2022/0868 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/0868 NL cercato: 'één' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index één:


whereas één:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 762

 

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“gegevens”: elke digitale weergave van handelingen, feiten of informatie en elke compilatie van dergelijke handelingen, feiten of informatie, ook in de vorm van geluidsopnames of visuele of audiovisuele opnames;

2)

“hergebruik”: het gebruik van gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen door natuurlijke of rechtspersonen, voor andere commerciële of niet-commerciële doeleinden dan het oorspronkelijk doel binnen de openbare taak waarvoor de gegevens zijn geproduceerd, met uitzondering van de uitwisseling van gegevens tussen openbare lichamen uitsluitend met het oog op de vervulling van hun openbare taken;

3)

“persoonsgegevens”: persoonsgegevens als gedefinieerd in artikel 4, punt 1), van Verordening (EU) 2016/679;

4)

“niet-persoonsgebonden gegevens”: andere gegevens dan persoonsgegevens;

5)

“toestemming”: toestemming als gedefinieerd in artikel 4, punt 11), van Verordening (EU) 2016/679;

6)

“toelating”: gegevensgebruikers het recht geven om niet-persoonsgebonden gegevens te verwerken;

7)

“datasubject”: betrokkene als bedoeld in artikel 4, punt 1), van Verordening (EU) 2016/679;

8)

“gegevenshouder”: een rechtspersoon, met inbegrip van openbare lichamen en internationale organisaties, of een natuurlijk persoon die geen datasubject is met betrekking tot de specifieke gegevens in kwestie, die overeenkomstig het toepasselijke Unierecht of nationale recht, het recht heeft om toegang te verlenen tot bepaalde persoonsgegevens of niet-persoonsgebonden gegevens of die te delen;

9)

“gegevensgebruiker”: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die rechtmatige toegang heeft tot bepaalde persoonsgegevens of niet-persoonsgebonden gegevens en die het recht heeft, onder meer uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679 in het geval van persoonsgegevens, om die gegevens voor commerciële of niet-commerciële doeleinden te gebruiken;

10)

“gegevensdeling”: de verstrekking van gegevens door een datasubject of gegevenshouder aan een gegevensgebruiker, met het oog op het gezamenlijk of individueel gebruik van die gegevens, op basis van vrijwillige overeenkomsten, het Unierecht of het nationale recht, hetzij rechtstreeks, hetzij via een tussenpersoon, bijvoorbeeld open of commerciële licenties, kosteloos of tegen betaling;

11)

“databemiddelingsdienst”: een dienst die gericht is op het tot stand brengen van commerciële relaties met het oog op het delen van gegevens tussen een onbepaald aantal datasubjecten en gegevenshouders enerzijds en gegevensgebruikers anderzijds, door middel van technische, juridische of andere middelen, onder meer voor de uitoefening van de rechten van datasubjecten met betrekking tot persoonsgegevens, maar met uitsluiting van ten minste de volgende diensten:

a)

diensten die gegevens van gegevenshouders verkrijgen en de gegevens aggregeren, verrijken of transformeren met het oog op het toevoegen van substantiële waarde en het gebruik van de resulterende gegevens in licentie geven aan de gegevensgebruikers, zonder dat er een commerciële relatie tussen gegevenshouders en gegevensgebruikers tot stand wordt gebracht;

b)

diensten die gericht zijn op bemiddeling met betrekking tot auteursrechtelijk beschermde inhoud;

c)

diensten die uitsluitend door één gegevenshouder worden gebruikt om het gebruik mogelijk te maken van de gegevens waarover die gegevenshouder beschikt of die worden gebruikt door meerdere rechtspersonen in een gesloten groep, met inbegrip van leveranciers- of klantenrelaties of contractueel vastgelegde samenwerkingsverbanden, met name die welke als hoofddoel hebben de functionaliteiten van met het internet der dingen verbonden voorwerpen en apparaten te waarborgen;

d)

gegevensdelingsdiensten die door openbare lichamen worden aangeboden en die er niet op gericht zijn commerciële relaties tot stand te brengen;

12)

“verwerking”: verwerking als gedefinieerd in artikel 4, punt 2), van Verordening (EU) 2016/679 wat betreft persoonsgegevens, of in artikel 3, punt 2), van Verordening (EU) 2018/1807 wat betreft niet-persoonsgebonden gegevens;

13)

“toegang”: gegevensgebruik, overeenkomstig specifieke technische, juridische of organisatorische voorschriften, zonder dat dat noodzakelijkerwijs gepaard gaat met het doorgeven of downloaden van gegevens;

14)

“hoofdvestiging” van een rechtspersoon: de plaats waar zijn centrale administratie in de Unie is gelegen;

15)

“diensten van gegevenscoöperaties”: databemiddelingsdiensten die worden aangeboden door een organisatie die bestaat uit datasubjecten, eenpersoonsondernemingen of kmo’s die lid zijn van die organisatie, en die als voornaamste doelen heeft haar leden te ondersteunen bij de uitoefening van hun rechten met betrekking tot bepaalde gegevens, onder meer bij het maken van weloverwogen keuzes alvorens zij toestemming geven voor gegevensverwerking, standpunten uit te wisselen over de doeleinden van en de voorwaarden voor gegevensverwerking die het beste de belangen van haar leden ten aanzien van hun gegevens vertegenwoordigen, en namens haar leden te onderhandelen over de voorwaarden voor gegevensverwerking alvorens toelating te geven voor de verwerking van niet-persoonsgebonden gegevens of alvorens leden toestemming geven voor de verwerking van persoonsgegevens;

16)

“data-altruïsme”: het vrijwillig delen van gegevens op basis van de toestemming van datasubjecten om persoonsgegevens die op hen betrekking hebben te verwerken, of op basis van de toelating van gegevenshouders om hun niet-persoonsgebonden gegevens te gebruiken zonder een vergoeding te vragen of te ontvangen die verder gaat dan vergoeding van de kosten die zij maken indien zij hun gegevens beschikbaar stellen voor doeleinden van algemeen belang zoals in voorkomend geval bepaald in het nationale recht, zoals gezondheidszorg, de strijd tegen klimaatverandering, verbetering van mobiliteit, facilitering van de ontwikkeling, productie en verspreiding van officiële statistieken, verbetering van openbare diensten, openbare besluitvorming of wetenschappelijk onderzoek in het algemeen belang;

17)

“openbaar lichaam”: de staats-, regionale en lokale overheidsinstanties en publiekrechtelijke instellingen of samenwerkingsverbanden bestaande uit één of meer van die overheidsinstanties of één of meer van die publiekrechtelijke instellingen;

18)

“publiekrechtelijke instellingen”: instellingen die voldoen aan de volgende kenmerken:

a)

zij zijn opgericht voor het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang, en zijn niet van industriële of commerciële aard;

b)

zij bezitten rechtspersoonlijkheid;

c)

zij worden merendeels door de staats-, regionale of lokale overheidsinstanties of andere publiekrechtelijke instellingen gefinancierd, of hun beheer staat onder toezicht van die instanties of instellingen, of zij hebben een bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan waarvan de leden voor meer dan de helft door de staats-, regionale of lokale overheidsinstanties of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen;

19)

“overheidsonderneming”: elke onderneming waarop openbare lichamen direct of indirect een overheersende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming in die onderneming of de op die onderneming van toepassing zijnde voorschriften; voor de toepassing van deze definitie wordt uitgegaan van een overheersende invloed van de openbare lichamen in elk van de volgende gevallen waarin die openbare lichamen, direct of indirect:

a)

de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezitten;

b)

over de meerderheid van de stemrechten verbonden aan de door de onderneming uitgegeven aandelen beschikken;

c)

meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, het leidinggevend of het toezichthoudend orgaan van de onderneming kunnen aanwijzen;

20)

“beveiligde verwerkingsomgeving”: de fysieke of virtuele omgeving en organisatorische middelen om te zorgen voor de naleving van het Unierecht, zoals Verordening (EU) 2016/679, met name wat betreft de rechten van datasubjecten, intellectuele-eigendomsrechten, en handels- en statistisch geheim, integriteit en toegankelijkheid, alsook van het toepasselijke nationale recht, en om de entiteit die de beveiligde verwerkingsomgeving biedt in staat te stellen alle gegevensverwerkingsactiviteiten te bepalen en er toezicht op te houden, met inbegrip van het tonen, opslaan, downloaden en exporteren van gegevens en het berekenen van afgeleide gegevens door middel van computeralgoritmen;

21)

“wettelijke vertegenwoordiger”: een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die uitdrukkelijk is aangewezen om te handelen namens een aanbieder van een databemiddelingsdienst of een entiteit die, voor doeleinden van algemeen belang, gegevens verzamelt die door niet in de Unie gevestigde natuurlijke personen of rechtspersonen ter beschikking zijn gesteld op basis van data-altruïsme, waartoe de voor databemiddelingsdiensten bevoegde autoriteiten en de voor registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten zich in plaats van tot de aanbieder van de databemiddelingsdienst of entiteit kunnen wenden, of tot beiden, wat betreft de verplichtingen uit hoofde van deze verordening, onder meer om een handhavingsprocedure te starten tegen een niet in de Unie gevestigde aanbieder van databemiddelingsdiensten of entiteit die de voorschriften niet naleeft.

HOOFDSTUK II

Hergebruik van bepaalde categorieën beschermde gegevens die in het bezit zijn van openbare lichamen

Artikel 8

Centrale informatiepunten

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat alle relevante informatie in verband met de toepassing van de artikelen 5 en 6 beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk is via één centraal informatiepunt. De lidstaten kunnen een nieuw lichaam oprichten, of een bestaand lichaam of een bestaande structuur aanwijzen als het centraal informatiepunt. Het centraal informatiepunt kan gekoppeld zijn aan sectorale, regionale of lokale informatiepunten. De functies van het centraal informatiepunt kunnen worden geautomatiseerd op voorwaarde dat het openbaar lichaam voor adequate ondersteuning zorgt.

2.   Het centraal informatiepunt is bevoegd verzoeken om informatie of hergebruik met betrekking tot de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën te ontvangen en geeft ze door, indien mogelijk en passend langs geautomatiseerde weg, aan de bevoegde openbare lichamen of, waar relevant, aan de in artikel 7, lid 1, bedoelde bevoegde organen. Het centraal informatiepunt stelt langs elektronische weg een doorzoekbare overzichtslijst beschikbaar met een overzicht van alle beschikbare gegevensbronnen, met inbegrip van, waar relevant, de gegevensbronnen die beschikbaar zijn op sectorale, regionale of lokale informatiepunten, met relevante informatie over de beschikbare gegevens, waaronder ten minste het format en de omvang van de gegevens en de voorwaarden voor het hergebruik ervan.

3.   Het centraal informatiepunt kan een afzonderlijk, vereenvoudigd en goed gedocumenteerd informatiekanaal instellen voor kmo’s en start-ups, dat inspeelt op hun behoeften en capaciteiten met betrekking tot verzoeken om hergebruik van de in artikel 3, lid 1, bedoelde gegevenscategorieën.

4.   De Commissie richt een Europees centraal toegangspunt op dat een doorzoekbaar elektronisch register aanbiedt van de gegevens die beschikbaar zijn in de nationale centrale informatiepunten, alsmede nadere informatie over de wijze waarop gegevens kunnen worden opgevraagd via die nationale centrale informatiepunten.

Artikel 19

Registratie van erkende organisaties voor data-altruïsme

1.   Een entiteit die aan de vereisten van artikel 18 voldoet, kan een aanvraag indienen om opgenomen te worden in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme in de lidstaat waar zij is gevestigd.

2.   Een entiteit die aan de vereisten van artikel 18 voldoet en vestigingen heeft in meer dan één lidstaat, kan een aanvraag indienen om opgenomen te worden in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme in de lidstaat waar zij haar hoofdvestiging heeft.

3.   Een entiteit die aan de vereisten van artikel 18 voldoet maar niet in de Unie is gevestigd, wijst een wettelijke vertegenwoordiger aan in een van de lidstaten waar de diensten in verband met data-altruïsme worden aangeboden.

Met het oog op het waarborgen van de naleving van deze verordening wordt de wettelijke vertegenwoordiger door de entiteit gemachtigd zodat de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten of datasubjecten en gegevenshouders zich tot hem in de plaats van tot de entiteit, of tot beiden, kunnen wenden voor alle aangelegenheden die verband houden met die entiteit. De wettelijke vertegenwoordiger werkt samen met de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten en geeft hun op verzoek een uitvoerig overzicht van de maatregelen en voorzieningen die de entiteit heeft genomen om de naleving van deze verordening te garanderen.

De entiteit wordt geacht te vallen onder de jurisdictie van de lidstaat waar haar wettelijke vertegenwoordiger is gevestigd. Een dergelijke entiteit kan een aanvraag indienen om in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme in die lidstaat opgenomen te worden. De aanwijzing van een wettelijke vertegenwoordiger door de entiteit doet geen afbreuk aan eventuele rechtsvorderingen die tegen de entiteit kunnen worden ingesteld.

4.   De in de leden 1, 2 en 3 bedoelde registratieaanvragen moeten de volgende gegevens bevatten:

a)

de naam van de entiteit;

b)

de juridische status en de vorm van de entiteit, en indien de entiteit in een openbaar nationaal register is ingeschreven, het registratienummer van de entiteit;

c)

de statuten van de entiteit, waar passend;

d)

de inkomstenbronnen van de entiteit;

e)

in voorkomend geval, het adres van de hoofdvestiging van de entiteit in de Unie en, indien van toepassing, van alle filialen in andere lidstaten, of dat van de wettelijke vertegenwoordiger;

f)

een openbare website waarop volledige en actuele informatie over de entiteit en haar activiteiten te vinden is, met inbegrip van ten minste de in de punten a), b), d), e) en h) bedoelde informatie;

g)

de contactpersonen en contactgegevens van de entiteit;

h)

de doelstellingen van algemeen belang die zij wil bevorderen bij het verzamelen van de gegevens;

i)

de aard van de gegevens die de entiteit voornemens is te controleren of te verwerken, en, in het geval van persoonsgegevens, een aanduiding van de categorieën persoonsgegevens;

j)

alle andere documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de vereisten van artikel 18.

5.   Indien de entiteit alle nodige informatie op grond van lid 4 heeft ingediend en nadat de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit de registratieaanvraag heeft beoordeeld en heeft vastgesteld dat de entiteit voldoet aan de vereisten van artikel 18, registreert de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit de entiteit binnen twaalf weken na de datum van ontvangst van de registratieaanvraag in het openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme. De registratie is geldig in alle lidstaten.

De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit deelt elke registratie mee aan de Commissie. De Commissie neemt die registratie op in het openbaar Unieregister van erkende organisaties voor data-altruïsme.

6.   De in lid 4, punten a), b), f), g) en h), bedoelde informatie wordt bekendgemaakt in het relevante openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme.

7.   Een erkende organisatie voor data-altruïsme stelt de relevante voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit in kennis van elke wijziging van de op grond van lid 4 verstrekte informatie binnen 14 dagen na de dag waarop de wijziging heeft plaatsgevonden.

De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit stelt de Commissie onverwijld langs elektronische weg in kennis van elke dergelijke kennisgeving. Op basis van die kennisgevingen werkt de Commissie onverwijld het openbaar Unieregister van erkende organisaties voor data-altruïsme bij.

Artikel 24

Toezicht op de naleving

1.   De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten zien erop toe en controleren dat erkende organisaties voor data-altruïsme de in dit hoofdstuk neergelegde vereisten naleven. De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit kan ook op basis van een verzoek van een natuurlijke of rechtspersoon toezicht houden en controle uitoefenen op de naleving door die erkende organisaties voor data-altruïsme.

2.   De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten hebben de bevoegdheid om van erkende organisaties voor data-altruïsme informatie te vragen die nodig is om de naleving van de vereisten van dit hoofdstuk te controleren. Een verzoek om informatie dient in verhouding te staan tot de uitvoering van de taak en dient te worden gemotiveerd.

3.   Indien de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit van oordeel is dat een erkende organisatie voor data-altruïsme niet voldoet aan een of meer vereisten van dit hoofdstuk, stelt zij die erkende organisatie voor data-altruïsme in kennis van die bevindingen en geeft zij haar de gelegenheid om binnen dertig dagen na ontvangst van die kennisgeving haar standpunt kenbaar te maken.

4.   De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit kan eisen dat de in lid 3 bedoelde inbreuk wordt gestopt, hetzij onmiddellijk, hetzij binnen een redelijke termijn, en neemt passende en evenredige maatregelen met het oog op het garanderen van de naleving.

5.   Indien een erkende organisatie voor data-altruïsme zelfs na overeenkomstig lid 3 door de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit in kennis te zijn gesteld, niet voldoet aan een of meer vereisten van dit hoofdstuk:

a)

verliest die erkende organisatie voor data-altruïsme het recht om in schriftelijke en mondelinge communicatie het label “in de Unie erkende organisatie voor data-altruïsme” te gebruiken;

b)

wordt die erkende organisatie voor data-altruïsme verwijderd uit het relevante openbaar nationaal register van erkende organisaties voor data-altruïsme en uit het openbaar Unieregister van erkende organisaties voor data-altruïsme.

Elk besluit houdende intrekking van het recht om het label “in de Unie erkende organisatie voor data-altruïsme” te gebruiken op grond van punt a) van de eerste alinea, wordt openbaar gemaakt door de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit.

6.   Als een erkende organisatie voor data-altruïsme opgenomen entiteit haar hoofdvestiging of wettelijke vertegenwoordiger in een lidstaat heeft maar actief is in andere lidstaten, werken de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de hoofdvestiging of wettelijke vertegenwoordiger zich bevindt en de voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten van die andere lidstaten samen en verlenen zij elkaar bijstand. Die bijstand en samenwerking kunnen betrekking hebben op de uitwisseling van informatie tussen de betrokken voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteiten met het oog op hun taken uit hoofde van deze verordening, en op gemotiveerde verzoeken om de in dit artikel bedoelde maatregelen te nemen.

Indien een voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit in één lidstaat om bijstand van een voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit in een andere lidstaat verzoekt, dient zij een gemotiveerd verzoek in. De voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme bevoegde autoriteit antwoordt onverwijld en binnen een termijn die in verhouding staat tot de urgentie van het verzoek, op een dergelijk verzoek.

Alle informatie die naar aanleiding van de verzochte bijstand wordt uitgewisseld en wordt verstrekt uit hoofde van dit lid, wordt uitsluitend gebruikt ten behoeve van de aangelegenheid waarvoor zij werd gevraagd.

Artikel 38

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 24 september 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

B. LE MAIRE


(1)  PB C 286 van 16.7.2021, blz. 38.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 6 april 2022 (nog niet bekendgemaakt in het publicatieblad) en besluit van de Raad van 16 mei 2022.

(3)  Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(4)  Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45).

(5)  Verordening (EU) 2019/1239 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot instelling van een Europees maritiem éénloketsysteem en tot intrekking van Richtlijn 2010/65/EU (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 64).

(6)  Verordening (EU) 2020/1056 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 inzake elektronische informatie over goederenvervoer (PB L 249 van 31.7.2020, blz. 33).

(7)  Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

(9)  Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens, en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1).

(10)  Verordening (EU) 2018/1807 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 inzake een kader voor het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens in de Europese Unie (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 59).

(11)  Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (“Richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1).

(12)  Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).

(13)  Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 45).

(14)  Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).

(15)  Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).

(16)  Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157, 15.6.2016, blz. 1).

(17)  Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 46).

(18)  Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92).

(19)  Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 56).

(20)  Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).

(21)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(22)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(23)  Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).

(24)  Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89).

(25)  Verordening (EU) nr. 557/2013 van de Commissie van 17 juni 2013 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese statistiek, wat de toegang tot vertrouwelijke gegevens voor wetenschappelijke doeleinden betreft, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 831/2002 (PB L 164 van 18.6.2013, blz. 16).

(26)  Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20).

(27)  Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).

(28)  Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).

(29)  Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 1).

(30)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(31)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(32)  Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1).

(33)  Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 70).



whereas









keyboard_arrow_down